G-Hfdst 7 Goederen opslaan 1

Welkom 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je te benoemen hoe je goederen ontvangt en hoe ze worden opgeslaan

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij
Goederenontvangst?

Slide 3 - Mind map

Goederen opslaan in het magazijn
Nu al de binnengekomen goederen gecontroleerd zijn ga je deze opslaan. Sommige goederen kunnen gelijk in de winkel andere goederen sla je op in een magazijn.

Slide 4 - Slide

Opslag methoden
Je kunt hiervoor verschillende opslagmethoden gebruiken. Welke je gebruikt hang af van het soort artikel.

Slide 5 - Slide

4 opslag methoden

  1. Op de grond
  2. In een pallet of vlonder
  3. In een stelling
  4. Koel of vriescel

Slide 6 - Slide

Op de grond

Slide 7 - Slide

Een vlonder 
of pallet

Slide 8 - Slide

Wanneer je artikelen wilt opslaan en vervoeren gebruik je een....
A
vlonder
B
Pallet

Slide 9 - Quiz

Een Stelling

Slide 10 - Slide

Welk artikel sla je niet op in een stelling?
A
wasmiddel
B
diepvriesgroente
C
Bloemkool

Slide 11 - Quiz

In een Koel- of 
vriescel

Slide 12 - Slide

Een bloemkool sla je op in een...
A
koelcel
B
vriescel

Slide 13 - Quiz

De temperatuur in een vriescel is..
A
4 graden
B
- 18 graden
C
- 18 graden of kouder

Slide 14 - Quiz

Wat is er nog meer belangrijk?
De opslag methode is belangrijk. 

Ook de plaats in het magazijn is belangrijk. Artikelen die veel worden verkocht moet je snel en makkelijk uit het magazijn kunnen halen. Voor artikelen die minder worden verkocht is dat ook minder belangrijk.

Slide 15 - Slide

Aantal artikelen
Een winkel moet niet te weinig maar ook niet teveel artikelen in voorraad hebben. De klanten mogen niet voor lege schappen staan. Van artikelen die in de aanbieding zijn is er meer voorraad dan normaal. Ook van seizoensartikelen is er tijdelijk meer voorraad.

Slide 16 - Slide

Seizoens artikelen
Van seizoens artikelen verkoop je in een bepaald seizoen meer dan in een ander seizoen.

Slippers, Je verkoopt meer slippers in de zomer.

Slide 17 - Slide

Wat is een seizoens artikel?

Slide 18 - Open question

Noem 2 seizoensartikelen in een kledingzaak?

Slide 19 - Open question

Omzetsnelheid
Sommige artikelen staan lang in een magazijn, andere worden snel verkocht. 
De omzetsnelheid van een artikel is het aantal keer dat de voorraad van een artikel in een bepaalde tijd wordt verkocht. 

Slide 20 - Slide

Slow mover & Fast mover
Een artikel wat niet snel wordt verkocht noem je een slow mover.

Een artikel wat wel snel wordt verkocht noem je een fast mover.

Slide 21 - Slide

In welk seizoen is een slee een fast mover?

Slide 22 - Open question

teenslippers zijn in het seizoen een fastmover en buiten het seizoen een slowmover. Leg uit!

Slide 23 - Open question

Waar in het magazijn sla je een fast mover op?

Slide 24 - Open question

Wat heb ik geleerd?

Slide 25 - Slide

Opdracht 
poster maken zie handleiding 

Slide 26 - Slide