Activiteiten organiseren voor de opdrachtgever

Activiteiten organiseren voor de opdrachtgever
1 / 33
next
Slide 1: Slide
RecreatieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Activiteiten organiseren voor de opdrachtgever

Slide 1 - Slide

Waar staat LSD ook alweer voor?

Slide 2 - Open question

Actief
Niet Actief

Slide 3 - Drag question

Samenvatten
Het samenvatten van de boodschap van de gast is een handig middel. Zo kun je namelijk goed vaststellen wat je gast precies wil. Lees de drie uitspraken van gasten. Vat deze uitspraken telkens samen in maximaal twee zinnen. Je begint de samenvatting steeds met: ‘Dus als ik het goed begrijp, …’

Slide 4 - Slide

Wij zijn met vijf vriendinnen dit weekend op stap en willen lekker ontspannen. Er eens even helemaal tussenuit! We willen in elk geval graag naar de sauna en daarna samen dineren. Ook willen we alle vijf een schoonheidsbehandeling. Zo kunnen we er straks weer helemaal tegenaan!

Slide 5 - Open question


Een spannend volleybaltoernooi met mijn collega’s, dat is de bedoeling! Een leuke competitie waarbij we eens kunnen zien wie de beste is. Er moet natuurlijk wel een leuk prijsje te winnen zijn. De punten moeten jullie maar bijhouden, daar hebben wij geen zin in.



Slide 6 - Open question

Geef drie voorbeelden van non-verbale signalen die jij zelf vaak gebruikt.

Slide 7 - Mind map

Beeld een emotie non-verbaal uit. Je medeleerling moet raden om welke emotie het gaat. Klaar?

Slide 8 - Slide

Wat zijn:
open vraag - gesloten vraag - keuzevraag - controlevraag

Slide 9 - Slide

Wat betekent 'Haalbaar'?

Slide 10 - Mind map

Budget

Slide 11 - Mind map

Personeel

Slide 12 - Mind map

Tijd

Slide 13 - Mind map

Haalbaarheidsonderzoek. 
Je werkt bij recreatiebedrijf Zonneheuvel. Livia Humo, de eigenaar van sportwinkel Do It, wil een teamuitje organiseren. Ze wil een tennistoernooitje houden. Er werken 22 mensen bij Do It en iedereen is sportief aangelegd.

Slide 14 - Slide

Het budget voor deze activiteit is: € 10,00 per deelnemer.
De kosten voor deze activiteit zijn:
3 x 2 uur loon medewerkers Zonneheuvel: € 90,00
vaste kosten: € 90,00.

Slide 15 - Slide

Het totale budget is

Slide 16 - Mind map

Wat zijn je totale kosten?

Slide 17 - Mind map

Heb je genoeg budget? Leg uit hoe je het kunt oplossen als je niet genoeg hebt.

Slide 18 - Open question

Offerte
Als een gast vraagt of een bedrijf een activiteit kan uitvoeren, moet het bedrijf nagaan wat de activiteit kost. De gast kan dan beoordelen of de activiteit past binnen het budget.

Slide 19 - Slide

Wat is een offerte?

Slide 20 - Open question

Welke informatie vraag je op als je een offerte aanvraagt?

Slide 21 - Mind map

Wat staat in de algemene leveringsvoorwaarden over de manieren waarop je kunt betalen?

Slide 22 - Open question

Wat is de geldigheidsduur van deze offerte?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

openen: 
Lesbrief 28, Hoofdstuk 3
Voor en nacalculatie maken. 

Slide 25 - Slide

Deze vragen gebruik je tijdens het gesprek om te controleren of je de gast goed begrepen hebt.
A
Keuzevraag
B
Gesloten vraag
C
Controlevraag

Slide 26 - Quiz

Dit zijn vragen waar je korte antwoorden op moet geven, meestal in de vorm van ja of nee.
A
Keuzevraag
B
Gesloten vraag
C
Controlevraag

Slide 27 - Quiz

Met deze vragen leg je iemand twee keuzes voor. Je kunt het goed gebruiken als je meer details wilt over een bepaald onderwerp.
A
Keuzevraag
B
Gesloten vraag
C
Controlevraag

Slide 28 - Quiz

....... is het verkopen van duurdere of uitgebreide producten.
A
Meer verkoop
B
Bij verkoop.

Slide 29 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van non-verbale signalen?
A
Hard praten
B
Glimlachen
C
Praten met je handen
D
Uitleg geven

Slide 30 - Quiz

Wat is het doel van een verkoopgesprek?
A
Iemand overtuigen van jouw mening
B
Een product of dienst verkopen

Slide 31 - Quiz

Dit is een offerte waarbij je nog niks hebt besloten. Je wilt eerst informatie.
A
Vrijblijvende offerte
B
Verkoop offerte
C
Definitieve offerte

Slide 32 - Quiz

Het verkopen van duurdere of uitgebreidere producten noemen we:
A
Bijverkoop
B
Meerverkoop
C
Extra verkoop

Slide 33 - Quiz