Samenhang moleculaire biologie

wat en waar
  • Je kunt aangeven waar in de cel de verschillende stappen van eiwitsynthese plaatsvinden
  • noteer in de vakken: golgi- apparaat, celkern, ruw endoplasmatisch reticulum

let op! er zijn ook ribosomen los in het cytoplasma.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

wat en waar
  • Je kunt aangeven waar in de cel de verschillende stappen van eiwitsynthese plaatsvinden
  • noteer in de vakken: golgi- apparaat, celkern, ruw endoplasmatisch reticulum

let op! er zijn ook ribosomen los in het cytoplasma.

Slide 1 - Slide

13.2 systeemdenken (molecuul tot organisme-niveau)
groep
voorbeeld
meet-/merkbaar
signaalstoffen
insuline
bloedsuikerspiegel
receptoren
acetylcholine-receptor op het post-synaptisch membraan
signaaloverdracht in zenuwstels. Merkbaar in bv aansturing van spieren
motor-eiwitten
myosine in het sarcomeer
spierwerking
transporteiwitten
aquaporines in de verzamelbuisjes van de nier
meer/minder plassen
enzymen
amylase
vertering zetmeel - beschikbare energie
antigenen
corona-virus
herkenbaar als lichaamsvreemd

Slide 2 - Slide

Bedenk hoe een mutatie in het gen voor één van deze eiwitten invloed zou kunnen hebben op de evolutie van een soort.
groep
voorbeeld
meet-/merkbaar
signaalstoffen
insuline
bloedsuikerspiegel
receptoren
acetylcholine-receptor op het post-synaptisch membraan
signaaloverdracht in zenuwstels. Merkbaar in bv aansturing van spieren
motor-eiwitten
myosine in het sarcomeer
spierwerking
transporteiwitten
aquaporines in de verzamelbuisjes van de nier
meer/minder plassen
enzymen
amylase
vertering zetmeel - beschikbare energie
antigenen
corona-virus
herkenbaar als lichaamsvreemd

Slide 3 - Slide

wat en waar
  • Structuur DNA 8.1 
  • Transcriptie 8.2, 8.3 en 13.5 
  • Splicing 8.2 
  • Translatie 8.4, 8.3 en 13.5 
  • Eiwitvouwing 13.4 
  • Soorten en functies 13.2 en 13.9

  • werking enzymen 13.8
Noteer BINAS tabellen hierbij 


Slide 4 - Slide

Noteer waar de theorie is te vinden. Welke BINAS je kunt gebuiken.
Voeg toe: epigenetica, cel-differentiatie

Slide 5 - Slide

Onderzoeksmethoden
Noteer waar de theorie is te vinden. Welke BINAS je kunt gebuiken.

Slide 6 - Slide

Veel gebruikte stoffen
restrictie-enzymen: knippen DNA op een specifieke plaats
ligasen: plakken DNA weer
reverse transcriptase: kan RNA vertalen naar DNA
labels: radio-actief / metalen / fluorescent / enzym
monoklonale antilichamen

Slide 7 - Slide

DNA verandert
Hoe hangt de invloed van een mutatie af van:
  • aantal bp
  • type (zie afbeelding)
  • plaats in DNA 
  • lichaamscel/geslachtscel
  • totipotent tot unipotente stamcel

oorzaken mutaties?
gevolgen voor fenotype? (bv kanker)
link met erfelijkheid / evolutie?

Slide 8 - Slide

DNA-veranderen
techniek 1: transformatie van bacteriën

  • hoe gebruik ik PCR om veel kopieën van het 'interessante gen' te krijgen (primer)
  • Hoe knip ik op de juiste plaats in het plasmide?
  • Hoe selecteer ik de bacteriën die het plasmide hebben opgenomen?
  • Hoe weet ik of de plasmiden het juiste construct bevatten?

Slide 9 - Slide

DNA-veranderen
techniek 2: CRISPR-CAS

  • rol guide RNA
  • functie CAS9-eiwit

Hoe kun je met CRISPR-CAS een knock-out maken?
Hoe kun je met CRISPR-CAS en homology directed repair een stuk DNA wijzigen?

Slide 10 - Slide

DNA-veranderen
techniek 3: VIRUS als vector


gentherapie


bij planten vergelijkbaar, maar dan met de bacterie: Agrobacterium tumefaciens


Slide 11 - Slide

DNA-veranderen
transgeen: DNA van een ándere soort inbrengen
cisgeen: DNA van dezelfde soort inbrengen

Ethiek: In welke situaties mag je wél genetisch modificeren, wanneer niet?

Slide 12 - Slide

KLONEREN
Vóór en nadelen van sexuele en asexuele voortplanting.

Ethiek: Wanneer mag klonen wel? Wanneer niet?

Slide 13 - Slide

Examenvragen
  • Je hebt sowieso pen en papier voor je om te kunnen nadenken!
  • Kom je er niet uit? Vraag naar aanpak, niet het antwoord bekijken
  • Kijk bij open vragen zélf na. Examensite kan dat niet goed
  • Vraag niet helemaal goed? Noteer wat je nog moet leren: begrippen
  • Reken op 4 min per vraag gemiddeld zonder hulp, met rekenmachine en BINAS

metselen leer je níet door de theorie heel vaak te lezen. Een keer lezen, proberen, lukt niet, teruglezen, proberen, lukt niet, youtube, proberen, gaat aardig, herhalen, herhalen, herhalen. 
Examenvragen maken is net als metselen

Slide 14 - Slide