What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3 - Intro Unit 3
H3 - Intro Unit 3
Relationships
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H3 - Intro Unit 3
Relationships
Slide 1 - Slide
Goals
een email begrijpen waarin iemand om advies vraagt over een internetrelatie
een reactie schrijven op een uitnodiging voor een verjaardagsfeest
berichten op de radio volgen in verband met een uitje
een vriend uitnodigen voor een leuk feest
afspraken maken voor een gezellige avond
een fragment uit een jeugdroman begrijpen
anekdotes over familie goed kunnen volgen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Answer in English:
How have social media influenced your relationships?
Slide 4 - Open question
Answer in English:
Have you ever had someone contact you more than you wanted them to?
Slide 5 - Open question
Match the words below with the correct synonyms.
Note: there are two extra words!
1. level-headed
2. self-esteem
3. cautious
4. instantly
5. stranger
6. row
7. lie
8. mutual
9. caring
10. out of the blue
a. careful
b. chance
c. common, shared
d. confidence
e. cool, calm
f. daring
g. immediately
h. fight
i. loving
j. misinformation
k. newcomer
l. unexpectedly
Slide 6 - Drag question
Grammar
Relative pronouns
= betrekkelijke voornaamwoorden
(koppelen een hoofdzin en een bijzin aan elkaar)
who; which; that; ø; whose; where; when
Slide 7 - Slide
Who, which
who
: personen
It was Madison
who
was so nice to me.
She is somebody
who
always looked happy.
which
: dingen
She missed the meeting
which
the Drama teacher held last week.
She sent me a reply,
which
simply said: ‘Okay’.
that
: personen en dingen
geen komma voor de bijzin >
who
en
which
vervangen door
that
(bijzin laat zien over wie of wat het gaat)
The policeman
that / who
helped me is called Mr Sing
Who, which, that
Slide 8 - Slide
ø, that
that:
personen en dingen
geen komma voor de bijzin >
who
en
which
vervangen door
that
(bijzin laat zienover wie of wat het gaat)
The policeman
that / who
helped me is called Mr Singh.
ø
:
who
,
which
,
that
weglaten
who
,
which
of
that
géén onderwerp in de bijzin > mag weggelaten worden
She’s the football coach
ø
I admire the most.
That song is from the musical
ø
we’re doing at school.
who
,
which
of
that
wél onderwerp in de bijzin > mag
niet
weggelaten worden
She is that enthusiastic teacher
who
teaches us Drama.
This is the cat
which
followed me home.
ø (nothing)
Slide 9 - Slide
Who, which
whose
: personen en dingen (bezit)
The youngest player,
whose
friends were all at the match, won.
I'm reading a novel
whose
theme is internet relationships.
whom
: personen
(vaak na een voorzetsel als
to, for, on,
of
by
)
The shop is looking for an assistant on
whom / who
they can depend.
This is the boy whom / who / ø I sold my old bike to.
Whose, whom
Slide 10 - Slide
ø, that
that:
personen en dingen
geen komma voor de bijzin >
who
en
which
vervangen door
that
(bijzin laat zienover wie of wat het gaat)
The policeman
that / who
helped me is called Mr Singh.
where
: plaatsen
This is the house
where
I was born.
Adelaide is a great city,
where
you can do lots of activities.
when
: tijden
That was the day
when
we heard that Katy had won the prize.
It was a difficult time,
when
many people were hungry.e.
Where, when
Slide 11 - Slide
Children ________eat a lot of candy often get bad teeth.
A
which
B
who
C
where
D
whose
Slide 12 - Quiz
Here is the newspaper ______ is in my room.
A
which
B
who
C
where
D
that
Slide 13 - Quiz
The boy __________ father is a doctor often visits me.
A
which
B
whose
C
who
D
that
Slide 14 - Quiz
This is the town __________ I was born.
A
which
B
who
C
where
D
that
Slide 15 - Quiz
The book _______ you gave me is great.
A
which
B
who
C
ø
D
that
Slide 16 - Quiz
Exercises
Please finish the following exercises for Thursday:
2
3
5
6
7
Study vocabulary list 3.1
Slide 17 - Slide
Tot slot...
Neem volgende week dinsdag een boek mee die je graag leest deze periode.
SO periode 3: Schrijfopdracht gebaseerd op het boek
SO periode 4: presentatie van een opdracht gebaseerd op het boek.
Geen boek? Dan leen je eentje van school.
Slide 18 - Slide
More lessons like this
H3 - Intro Unit 3
April 2024
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3a Grammar recap
March 2024
- Lesson with
19 slides
3HD 08-12-2020
December 2020
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
Donderdag 10 december 3HA
December 2020
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Law and order III
February 2024
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1.3 Who, whose, whom, which, that
September 2024
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Chapter 5 lesson 2
February 2018
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Unit 4 - Relative pronouns
June 2023
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2