Nevenschikkende en onderschikkende zinnen met wederkerend werkwoord

H2
Telefoon in hotel

Laptop dicht op tafel

Stil lezen in je leesboek
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2
Telefoon in hotel

Laptop dicht op tafel

Stil lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin heeft altijd twee of meer persoonsvormen. 

- Nevenschikking: De zin bestaat uit twee hoofdzinnen.
- Onderschikking: De zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.

Slide 2 - Slide

Omdat ik te laat op school was, moest ik een briefje halen.
A
Omdat
B
moest
C
was
D
halen

Slide 3 - Quiz

Omdat ik te laat op school was, moest ik een briefje halen.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 4 - Quiz

Samengestelde zinnen ontleden
Benoem de hoofdzin en ontleed de hoofdzin. Benoem (eventueel) de bijzin. Geef aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.

De man liep over straat nadat zijn fiets kapot was gegaan.
bijzin: nadat zijn fiets kapot was gegaan
hoofdzin: de man liep over straat
pv: liep
wg: liep
o:de man
bwb: over straat

Slide 5 - Slide

Omdat ik te laat op school was, moest ik een briefje halen.

Slide 6 - Open question

Hij wast zich terwijl hij een sinterklaasliedje zingt.

Slide 7 - Open question

De gymdocent heeft een poster opgehangen en moest een pen lenen.

Slide 8 - Open question

Jantje schaamt zich niet voor het maken van dezelfde fouten.

Slide 9 - Open question

Omdat het zo koud is buiten, moeten de meeste mensen krabben.

Slide 10 - Open question

Zelfstandig aan de slag
Maak de test jezelf van 2.9 spelling

Doe dit zelfstandig op je laptop

Slide 11 - Slide