What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modale hulpwerkwoorden en naamvallen (toets K3 en K4)
Modalverben
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Modalverben
Slide 1 - Slide
Lernziele
- je kunt de modale hulpwerkwoorden in de verleden tijd vervoegen
- je kent de vertalingen van de werkwoorden uit je hoofd
- je kunt naamvallen juist toepassen
- je kent de voorzetsels uit je hoofd
Slide 2 - Slide
Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
kunnen
mogen, toestemming hebben
leuk vinden, lusten, aardig vinden
moeten
willen
möchten
mögen
dürfen
können
sollen
wollen
Slide 3 - Drag question
Wat moet ik kennen voor de toets?
Voor de toets moet je kennen:
können, dürfen, wissen, müssen en wollen.
Daarnaast worden
haben und sein
ook gevraagd!
Slide 4 - Slide
Wat moet ik kennen voor de toets?
De zinnen van hoofdstuk 3 en 4
Alles wat je moet weten over naamvallen! --> schema kunnen gebruiken --> voorzetsels leren!
Slide 5 - Slide
Vul de verleden tijd van haben of sein in:
Wie (was) ____ das Wetter?
Slide 6 - Open question
Ihr (had) ________sehr viel Glück.
Slide 7 - Open question
Vul de verleden tijd in:
(kunnen)_______ihr zelten?
Slide 8 - Open question
Wir (mochten)_______nicht alleine fahren.
Slide 9 - Open question
Er (moeten)________schneller laufen.
Slide 10 - Open question
Ich (willen) ______ Pommes essen.
Slide 11 - Open question
du (weten)______die Antwort nicht?
Slide 12 - Open question
Naamvallen
Slide 13 - Slide
voorzetsels 3e naamval
voorzetsels 4e naamval
mit
entlang
durch
bei
seit
um
gegenüber
bis
von
nach
zu
aus
für
ohne
gegen
Slide 14 - Drag question
Vul de juiste naamval in:
Ich schenke (hij)_____ein neues Auto
Slide 15 - Open question
Er hat bei (de) ____Lehrer sein Buch vergessen
Slide 16 - Open question
Meine Schwester hat _____(onze)Tickets gekauft.
Slide 17 - Open question
Meine Freundinnen kommen morgen zu (ons)________.
Slide 18 - Open question
Ich bin zu spät für (mijn)______Prüfung.
Slide 19 - Open question
(de)______Kinder spielen gerne mit (de) ___ Ball.
Slide 20 - Open question
Ich gebe (zij)______ _____(een) Buch.
Slide 21 - Open question
Lernen
Lernen für die Prüfung
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Klas 2 herhaling Kapitel 5 voorzetsels en müssen wissen wollen
January 2022
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H3 Kap. II herhaling Gram A+C
6 days ago
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
G2b 9.3. Wiederholen
March 2023
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Grammatik Kapitel 2
December 2022
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H2d 30.3. Der- Gruppe
March 2021
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 2 Oefentoets Grammatik
November 2024
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Modalverben präsens m4
November 2023
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4