Week 44

Vandaag
- Inplannen toets lezen 3 
- Oefening met verwijswoorden
- Wat moet ik leren voor de toets?
- Nieuwsquiz?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vandaag
- Inplannen toets lezen 3 
- Oefening met verwijswoorden
- Wat moet ik leren voor de toets?
- Nieuwsquiz?

Slide 1 - Slide

Inplannen toets
Donderdag 2e uur op 5-11-20
Dat is donderdag over een week :)

Slide 2 - Slide

Oefening met verwijswoorden
- Pak je schrift. 
Schrijf op naar welk woord of groepje woorden het dikgedrukte woord verwijst. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat moet ik leren voor de toets?
- Verwijswoorden (Wat is een verwijswoord? Noem voorbeelden van verschillende verwijswoorden in een zin. Herken de verwijswoorden in de tekst)
- Signaalwoorden en tekstverbanden (Noem de tekstverbanden en benoem daar signaalwoorden bij. Herken ze in de tekst.)
- Vijf leesstrategieën (voor, tijdens & na het lezen)

Slide 5 - Slide

Vandaag
- Stil lezen
- Verwijswoorden-oefening 1
- Verwijswoorden oefening 2
- Lijst met signaalwoorden
- Uitleg eerste vier van de lijst
- Lekker gewerkt?


Slide 6 - Slide

Oefening met verwijswoorden
- Pak je schrift. 
Schrijf op naar welk woord of groepje woorden het dikgedrukte woord verwijst. 

Slide 7 - Slide

timer
5:00

Slide 8 - Slide

Oefening-verwijswoorden-2 
Schrijf vijf signaalwoorden op en maak een voorbeeldzin met deze verwijswoorden.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Signaalwoorden en tekstverbanden


We nemen de lijst door

Slide 10 - Slide

Conclusie
Signaalwoorden: dus, hieruit volgt, dan ook, concluderend

Iemand geeft een conclusie

Ik ga goed leren voor voor lezen 3, dus ik haal een goed cijfer.
Ik fiets door de regen, hieruit volgt dat ik nat ben.

Slide 11 - Slide

Doel-middel
Signaalwoorden: om... te, met behulp van, daartoe, opdat, door middel van, ten einde, zodat

Je geeft aan hoe of waarmee je een doel bereikt.

Je hebt een speciaal snoertje nodig om een iPhone op te laden.
Ik ben met behulp van een ladder, in de boom geklommen.



Slide 12 - Slide

Oorzaak-gevolg
Signaalwoorden: Door, doordat, hierdoor, daardoor, waardoor, zodat, vanwege

Je noemt een oorzaak en gevolg van iets. (buiten jezelf)

Door onweer zijn er bomen omgevallen.
Vanwege de harde regen ben ik kletsnat op school.


Slide 13 - Slide

Opsomming
Signaalwoorden: en, ook, nog, bovendien, verder, daarnaast, tevens,

Je noemt verschillende dingen achter elkaar op.

Voetbal is een leuke sport; je speelt het in een team en je kan er lekker je energie in kwijt, ook kan je wedstrijden spelen.

Slide 14 - Slide

Opdracht
- Noem het tekstverband van de volgende zinnen en schrijf op aan welk signaalwoord je dat ziet.

Slide 15 - Slide

1. Doordat het hard waaide vanmorgen, ben ik te laat op school.
2. Ik ben vandaag op tijd en heb mijn spullen bij me.
3. Om een goed cijfer te halen is het belangrijk om goed te leren.
4. Ik heb goed geleerd, ik haalde dan ook een 9.5.
5. Ik voetbal graag, daarnaast vouw ik graag vliegtuigjes.
6. Als gevolg van de krimp op de school, zijn er leraren ontslagen.

Slide 16 - Slide

Vandaag
Stil lezen
 - Tekstverbanden en signaalwoorden Expert-methode
- Kwartet

Slide 17 - Slide

Expert-methode
- Maak groepen van vijf (niemand blijft over!)
- Ga bij elkaar in groepjes zitten.
timer
2:30

Slide 18 - Slide

Expert-methode
- Ieder groepslid pakt een bepaald stukje theorie (drie blokjes?)
- Ieder groepslid wordt dus expert over zijn of haar stukje theorie.
- Leg jouw stukje theorie uit aan de rest van je groepje. 

timer
15:00

Slide 19 - Slide

Signaalwoord en tekstverbandenkwartet

Blijf hiervoor in dezelfde groepen zitten! 


Slide 20 - Slide