What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Tijden werkwoorden
In welke tijd staat de zin?
'Zij heeft gerend.'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
1 / 15
next
Slide 1:
Quiz
Spelling
Basisschool
Groep 5
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In welke tijd staat de zin?
'Zij heeft gerend.'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 1 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Jullie fietsten naar huis.'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 2 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Ik verkleed me voor het feestje'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 3 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Verbind jij de goede dingen?'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 4 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Ik ben in de bibliotheek.'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 5 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Zij heeft gerend.'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 6 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Gisteren is me ook al zoiets overkomen'.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 7 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Ik hoorde dat er morgen iemand komt.'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 8 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Jullie zijn er gisteren nog geweest.'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 9 - Quiz
In welke tijd staat de zin?
'Hij zocht naar het goede antwoord'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 10 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
'Het grappige aapje slingerde door het hok'.
Slide 11 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
'Het beest droomde van het verre Afrika.'
Slide 12 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
'De aap had de grote gele banenen opgegeten'.
Slide 13 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
'Met een lachend gezicht riep hij: oppassen!'
Slide 14 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
'Hij vond zichzelf heel erg grappig'
Slide 15 - Open question
More lessons like this
T6L6: Geen probleem, no problemo!
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
H1 / HV1_Werkwoordspelling uitleg n.a.v. proeftoets
January 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Blok 8, week 1, les 3
May 2022
- Lesson with
12 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5
woordsoorten
March 2017
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
grammatica 2.7 2kg
January 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Spelling H3
March 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
bijwoord
June 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1