44_les2/3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

NEDERLANDS - HOO

Lesprogramma

• 10 min lezen
• Toetsstof herhalen
• kennisquiz
• Tijd over? Introduceren spreekbeurt

Wat moet je kunnen? 

• Het onderwerp van een artikel omschrijven in 1 -4 woorden
• de betekenis van moeilijke woorden uit de tekst kunnen halen (bijvoorbeeld met behulp van een synoniem)
• Tussenkopjes maken voor bepaalde alinea's
• Synoniemen herkennen
• De betekenis van moeilijke woorden uit de zinnen eromheen halen (context) 

Wat moet je kunnen? (2)

• De zin kunnen verdelen in zinsdelen
• De persoonsvorm van de zin vinden
• een zelfstandig naamwoord herkennen
• bepaalde en onbepaalde lidwoorden herkennen 

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin?
Kun je me alsjeblieft helpen?

1. kun
2. helpen
3. je
4. me

Wat is een zinsdeel uit de onderstaande zin?

Op maandagochtend voel ik een enorme vermoeidheid

1. maandagochtend
2. voel ik
3. vermoeidheid
4. een enorme vermoeidheid

Staat er een synoniem in de zinnen?

Ik ga op de fiets naar school. Mijn stalen ros laat me nooit in de steek

1. ja
2. nee

Als je misofonie hebt, is dat heel vervelend. Je kunt dan namelijk niet tegen smakgeluiden.

Staat de betekenis van misofonie in de zin?

1. ja
2. nee

Als je misofonie hebt, is dat heel vervelend. Je kunt dan namelijk niet tegen smakgeluiden.

Staat de betekenis van misofonie in de zin?

1. ja
2. nee

Wat is er niet waar over het vinden van het onderwerp?

1. Je bekijkt de plaatjes in de tekst
2. Je leest de tussenkopjes
3. Je leest de eerste (en laatste) alinea
4. Je bepaalt eerst wat de persoonsvorm is.

Huiswerk

Huiswerk

Leren voor de toetsweek
Extra oefeningen die je kunt doen: 

Grammatica: de oefeningen 1 t/m 3 op blz. 246 en 1 t/m 3 blz. 251
Lezen: de oefeningen 1 t/m 2 op blz. 236  en opdracht 5 op blz. 239

Leerstof testweek:  

H1 Lezen, Grammatica (zinsdelen en woordsoorten) + Woordenschat

Spreekbeurt

• Informatief (dus niet overtuigend of activerend
• Kies zelf je onderwerp (tip: actueel, zodat je veel kunt vinden en een onderwerp dat je leuk vindt) 
• Tijdsduur: minimaal 4 minuten, maximaal 6 minuten

Spreekbeurt: de opbouw

- inleiding: Trek de aandacht van jouw publiek en introduceer je onderwerp op een originele en creatieve manier. 

- kern : zorg dat je de informatie die je wilt geven aan je publiek in duidelijke deelonderwerpen verdeelt. Gebruik signaalwoorden ( ook, daarnaast enz.) om aan te geven dat er zo'n nieuw deelonderwerp aan komt. 

- Slot: Zorg dat je je spreekbeurt afsluit met een leuke uitsmijter en dat het voor het publiek duidelijk is dat het het einde is. Verboden: "Dit was mijn spreekbeurt!" 

Spreekbeurt: de presentatie

- Zorg dat je enthousiast vertelt

- Zorg voor een open houding (sta recht, friemel niet aan je trui enz. enz.) 
-  Praat luid en duidelijk, zodat iedereen je kan verstaan

-  Een foto of filmpje mag om je spreekbeurt op te fleuren, maar ga geen PowerPoint-presentatie voorlezen. 
-  Het gaat erom dat je oefent in het vertellen van een verhaal.