This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Lezen
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Cursus 7 Spelling
§10 Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat werkwoorden zijn.
Je weet wat zwakke en sterke werkwoorden zijn.
Je weet wat de persoonsvorm is.
Je weet hoe je de persoonsvorm verleden tijd in zwakke woorden spelt.
Slide 3 - Slide
Lesprogramma
Afspraken
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les gezamenlijk afsluiten
Slide 4 - Slide
1. Afspraken
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 5 - Slide
Afspraken
Tijdens het zelfstandig werken fluisteren we alleen met onze buurman of buurvrouw.
Aan het begin van de les doet iedereen de telefoon in de telefoontas.
We ruimen pas op als de docent dat aangeeft.
We gaan zitten volgens de klassenplattegrond.
Geen scheldwoorden gebruiken of vervelende opmerkingen over elkaar maken.
Niet kletsen tijdens de uitleg.
Geen spelletjes spelen op de Chromebook.
Niet roepen/schreeuwen door het lokaal.
Geen voeten op de stoel of tafel.
Niet opstaan voordat de bel is gegaan.
Slide 6 - Slide
Erelijst en stoorlijst
Waarschuwing 1: Ik maak oogcontact en gebaar wat je moet gaan doen.
Waarschuwing 2: Ik zeg tegen jou dat je je aan de afspraken moet houden. Je gaat van de erelijst af.
Waarschuwing 3: Ik zeg tegen jou dat je je nog steeds niet aan de afspraken houd en geef jou een keuze: of je doet nu goed mee, of je gaat achteraan in de klas alleen zitten werken. Je moet een van de twee opties kiezen. Je komt op de stoorlijst te staan.
Waarschuwing 4: Ik zeg dat je je niet houd aan de gemaakte keuze, waardoor je apart moet gaan zitten. Je krijgt een kruisje achter jouw naam. Dit betekent dat je extra huiswerk krijgt.
Waarschuwing 5: Je houd je nog steeds niet aan de afspraken. Je krijgt een tweede kruisje achter jouw naam en moet nakomen.
Slide 7 - Slide
2. Herhaling vorige les
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 8 - Slide
Wat zijn werkwoorden?
A
Mensen, dieren en dingen
B
Persoonsvormen
C
Onderwerpen
D
Dingen die iets of iemand doet of overkomt.
Slide 9 - Quiz
Werkwoorden
Iets wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt.
Voorbeeld: dromen, kijken, praten, luisteren.
Slide 10 - Slide
Wat zijn zwakke werkwoorden?
A
Werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.
B
Werkwoorden die je kunt doen.
C
Werkwoorden die in de verleden tijd eindigen op -de(n) of -te(n).
D
Werkwoorden die je overkomen.
Slide 11 - Quiz
Wat zijn sterke werkwoorden?
A
Werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.
B
Werkwoorden die je kunt doen.
C
Werkwoorden die in de verleden tijd eindigen op -de(n) of -te(n).
D
Werkwoorden die je overkomen.
Slide 12 - Quiz
Sterke werkwoorden
veranderen van klank in de verleden tijd.
ik zing - ik zong
ik schrijf - ik schreef
ik drink - ik dronk
Zwakke werkwoorden
krijgen -de(n) of -te(n) op het einde in de verleden tijd.
ik maak - ik maakte
ik fiets - ik fietste
ik reis - ik reisde
Slide 13 - Slide
Noem één voorbeeld van een sterk werkwoord.
Slide 14 - Mind map
Noem één voorbeeld van een zwak werkwoord.
Slide 15 - Mind map
3. Uitleg nieuwe lesstof
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 16 - Slide
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Veranderen niet van klank.
Achter de ik-vorm schrijf je -de(n) of -te(n).
Slide 17 - Slide
Wanneer schrijf je -de(n)?
Waneer schrijf je -te(n)?
Controleer eerst of het gaat om een zwak werkwoord.
Is het een zwak werkwoord? Probeer het woord langer te maken. Hoor je of je een d of t schrijft?
Kom je er niet uit? Gebruik dan 't ex-fokschaap/ 't ex-kofschip.
Slide 18 - Slide
Waarom gebruiken we 't ex-fokschaap of
't ex-kofschip?
Vanaf 2:19
Slide 19 - Slide
Oefening
Leg je hand losjes tegen je keel aan. Praat kort. Voel je je hand trillen? Dan ligt hij goed.
Spreek alle medeklinkers van 't ex-kofschip achter elkaar uit: t, k, f, s, ch (een harde g) en p.
Spreek nu de volgende medeklinkers uit: d, b, r, m, l, z, w en n.
Probeer nu de volgende foutgespelde woorden:
wij schilderten
wij krabten
wij zwemten
wij rookden
wij schepden
Als het goed is, merk je dat deze woorden moeilijker uit te spreken zijn. Daarom gebruiken we -de(n) of -te(n). Het ezelsbruggetje voor -de(n) en -te(n) is 't ex-kofschip.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
4. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 22 - Slide
tegenwoordige tijd
Iets dat nu, op dit moment, gebeurt of wordt gedaan.
Voorbeeld: Ik ga naar huis. Ik maak mijn huiswerk.
Wat?
Wat gaan we doen?
We gaan oefenen met het schrijven van zwakke werkwoorden in de verleden tijd.
Hoe?
Hoe gaan we dit aanpakken?
Dat gaan we doen door zelfstandig in stilte aan
cursus 7 Spelling §10 Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden werken. Dit doe je op jouw Chromebook.
Hulp?
Bij wie kun je hulp vragen?
Tijdens het zelfstandig werken kun je op fluistertoon hulp vragen aan je buurman/buurvrouw.
Komen jullie er samen niet uit? Steek dan je hand op en mevrouw Martens komt helpen.
Tijd?
Hoelang hebben we daar de tijd voor?
Je gaat 10 minuten zelfstandig werken.
Uitkomst?
Wat doen we met de uitkomst?
Tijdens het nabespreken gaan we controleren hoe goed we zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen schrijven.
Klaar?
Wat mag je doen als je klaar bent?
Optie 1: Je gaat aan je spreekbeurt werken.
Optie 2: Je gaat cursus 2 media (van Nieuw Nederlands) op jouw chromebook volgen.
Slide 23 - Slide
5. Nabespreken
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 24 - Slide
Wat heb ik vandaag geleerd?
Slide 25 - Slide
Wat zijn zwakke werkwoorden?
Slide 26 - Slide
Waarom gebruiken we 't ex-kofschip?
Slide 27 - Slide
Noem een voorbeeld van een persoonsvorm in de verleden tijd dat een zwak werkwoord is.