5V thema 2 BS 6

Sociaal gedrag
Vwo 5
Thema 2
Basisstof 6
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Sociaal gedrag
Vwo 5
Thema 2
Basisstof 6

Slide 1 - Slide

Vandaag 
Leerdoel:
  • Je kunt de functie van verschillende vormen van sociaal gedrag uitleggen en het verband aangeven met de overlevingskansen

Programma:
  1. Wat weet je nog van het aanleren van gedrag?
  2. Uitleg: Sociaal gedrag
  3.  Zelf werken
  4. Sleepvraag: sociaal gedrag
  5. Toets inzien

Slide 2 - Slide

Imitatie
Inprenting
Inzicht
Trial and error
Gewenning
Conditionering
Een koolmees eet geen gele lieveheersbeestjes meer nadat hij er één geprobeerd had die niet lekker was
Een merel scharrelt naast een vogelverschrikker waar hij niet bang meer voor is.
Een aap ziet een andere aap een noot openbreken met zijn tanden, waarna hij datzelfde ook probeert.
Je leert een puppy aporteren. Elke keer dat hij de bal brengt geef je een snoepje
Apen kunnen nieuwe problemen oplossen door ervaringen uit het verleden te combineren
Ganzenjonge zien de eerste organismen die ze zien als hun ouders

Slide 3 - Drag question

Wat weet je nog van ecologie: Waarom leven sommige diersoorten in groepen?
A
Als groep kunnen ze grotere prooien vangen
B
Als groep kunnen ze roofdieren beter opmerken en verjagen
C
Als groep kunnen ze beter de jongen beschermen
D
In een groep kunnen ze makkelijker een partner vinden

Slide 4 - Quiz

Sociaal gedrag
= gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar. 

De handelingen (gedragselementen) van sociaal gedrag worden ook wel signalen genoemd, omdat het een bepaald gedragshandeling oproept bij de ander. Bijvoorbeeld: de witte kat springt naar voren, wat een signaal is voor de andere kat om rechtop te gaan staan. (De witte kat valt aan waardoor de andere kat zich groot maakt is niet opjectief = verkeerde beschrijving).

Dit is nodig bij dieren die in groepen leven, maar ook bij soorten die individueel leven, bijvoorbeeld voortplantingsgedrag.

Slide 5 - Slide

Vormen van sociaal gedrag
Er zijn verschillende vormen van sociaal gedrag, bijvoorbeeld:
  • Voortplantingsgedrag
  • Verzorgingsgedrag (zie plaatje linksboven)
  • Territoriumgedrag (zie plaatje rechtsboven)
  • Imponeergedrag (Zie plaatje linksonder)
  • Conflictgedrag
  • Rangorde
  • Broedzorggedrag (zie plaatje rechtsonder)

Slide 6 - Slide

Rangorde
Bij dieren die in groepen leven, zorgt het hebben van een rangorde (pikorde) voor het voorkomen van problemen. Het beslist welke individuen het eerste mogen eten en wie er mogen paren. Kippen doen dit door naar elkaar te pikken (vandaar de naam), wolven door te bijten en lama's door naar elkaar te spugen.

Ondergeschikte dieren proberen hoger in de rangorde te komen door dreiggedrag (=aannemen van een aanvallende houding zonder aan te vallen, bluf). Hierbij vertonen ze ook imponeergedrag (= zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maken). Het ondergeschikte individu vertoont hierdoor verzoeningsgedrag. Honden doen dit bijvoorbeeld door de kop omlaag te bewegen (kruipende positie).

Slide 7 - Slide

Conflictgedrag
= gedrag dat ontstaat als er voor meerdere gedragssystemen een even sterke motivatie bestaat. Er zijn drie soorten conflictgedrag:
  • ambivalent gedrag: gedrag bestaand uit samengestelde gedragselementen uit twee of meer gedragssystemen waar het dier tussen twijfelt. Bijv. afwisselend aanvallen en vluchten bij territorium verdediging.
  • omgericht gedrag: een gedragshandeling richten op een ander/iets anders. Bijv. je bent boos op je baas na een mail en reageert je woede af op je laptop.
  • oversprong gedrag: een gedragshandeling dat niet thuishoort in een gedragssysteem vertonen wanneer er geen keuze gemaakt kan worden tussen twee gedragssysteem. Bijv. achter je oren krabben, terwijl je bedenkt hoe je op een situatie moet reageren.

Slide 8 - Slide

Even lezen
Lezen:
BS 6 (blz. 122 t/m 126)


Kun je:
  •  de functie van verschillende vormen van sociaal gedrag uitleggen en het verband aangeven met de overlevingskansen?

Slide 9 - Slide

Baltsgedrag
Broedzorg
Dreiggedrag
Imponeergedrag
Paringsgedrag
Rangorde
Taakverdeling
Territoriumgedrag
De functie van dit gedrag is het vormen van paren en om de dieren voor te bereiden op de paring.
Deze vorm van sociaal gedrag zorgt ervoor dat de overlevingskans van individuen in een groep wordt vergroot.
Dit gedrag bestaat uit baltsgedrag, gevolgd door paring.
Dit gedrag heeft als functie dat er voldoende voedsel en ruimte wordt veiliggesteld om jongen te kunnen grootbrengen.
Een dier maakt zich zo groot en indrukwekkend mogelijk.
Gedrag dat voorafgaat aan een gevecht.
Het verzorgen van de eieren en jongen.
In een groep is duidelijk welke dieren ondergeschikt zijn aan het dominante dier.

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Video