Woordenschat H2: woordraadstrategie omschrijving/definitie

Woordenschat H2
Woordraadstrategie: omschrijving of definitie 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordenschat H2
Woordraadstrategie: omschrijving of definitie 

Slide 1 - Slide

Doel en lesplanning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je de betekenis van lastige woorden achterhalen door het gebruik van de woordraadstrategie: zoek omschrijving of definitie.

Lesplanning:
  • Terugblik woordraadstrategieën 
  • Opdracht 3 bespreken blz. 55
  • Opdracht 4 maken en bespreken 
  • Opdracht 5 maken 

Slide 2 - Slide

Terugblik woordenschat 
Wat weet je nog van woordenschat hoofdstuk 1 en 2?
  • Synoniem
  • Context
  • Omschrijving
  • Definitie 

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog over de begrippen: synoniem, context, omschrijving en definitie?

Slide 4 - Open question

Geef een omschrijving
van het woord 'agenda'.

Slide 5 - Mind map

Koppel de synoniemen aan elkaar 
Absent
Zeker
Toenemen
Nadoen
Vorming
Emoties
Versnellen
Ontstaan
Afwezig
Gevoelens
Ongetwijfeld
Imiteren

Slide 6 - Drag question

Opdracht 3 bespreken blz. 55
  • De antwoorden van opdracht 3 - vraag 1 en 2 komen op het bord te staan (volgende dia)
  • Kijk de opdracht na in je schrift en verbeter eventueel je antwoorden. 
  • Het antwoord van opdracht 3 - vraag 3 bespreken we via het scherm.  

Slide 7 - Slide

Opdracht 3 bespreken blz. 55

1 legendarisch: zo beroemd dat er nog steeds over gesproken wordt
2 toenmalige: in die tijd
3 doubleerde: bleef zitten
4 debuut: eerste optreden


5 journalisten: verslaggevers
6 voormalige: vroegere
7 capaciteiten: bekwaamheden
8 behendig: handig
9 markante: opmerkelijke
10 quotes: uitspraken

Slide 8 - Slide

Opdracht 3 - vraag 3: Formuleer een definitie van Cruijffiaans

Slide 9 - Open question

Voorbeelden Cruijffiaanse uitspraken 

- 'Als je niet ken winnen, moet je zorgen dat je niet verliest.'

- 'Er is maar één moment dat je op tijd kunt komen. Ben je er niet, dan ben je óf te vroeg, óf te laat.'

- 'Als ik zou willen dat je het begreep, had ik het wel beter uitgelegd.'


Slide 10 - Slide

Opdracht 4 maken
- We gaan opdracht 4 maken via LessonUp. 

- We gaan weer een sleepvraag spelen.

- Koppel de uitdrukking (onder) aan de betekenissen (boven).

- Je mag met elkaar overleggen. Succes! 

Slide 11 - Slide

De gedoodverfde winnaar
Alles overtreffen
Als eerste ergens aan beginnen
De beste speler zijn
De favoriet
De openbare aandacht op iets vestigen
Goede waar/personen hoef je niet aan te prijzen
iemand die plots veel succes heeft
De laatste foutjes verbeteren
Iets wat je niet kent, waardeer je niet
Voortreffelijk presenteren
Goede wijn behoeft geen krans
De kroon spannen
Een nieuwe ster aan het firmament 
Onbekend maakt onbemind
De puntjes op de i zetten
De spits afbijten
De ster van het veld zijn
De sterren van de hemel spelen
Iets voor het voetlicht brengen

Slide 12 - Drag question

Huiswerk voor de volgende les
Huiswerk voor de volgende les:
Maken opdracht 5 op blz. 56 van woordenschat H2

Slide 13 - Slide