VVE (5)

VVE
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VVE

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- (interactief) Voorlezen
- Rekenen & wiskunde
- Werken aan portfolio 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waarom?
Onderzoek toont aan dat kinderen hier veel van opsteken. Leren nieuwe woorden, raken gewend aan boeken en ervaren dat lezen leuk is. Het geeft een grote voorsprong bij leren lezen en verhaalbegrip op de basisschool. Minder kan op dyslexie of andere leesproblemen. 

Je kunt baby’s al vanaf de geboorte voorlezen. Tot drie maanden is het vooral goed om tegen baby’s te praten en te zingen tijdens het voorlezen. Vanaf zeven maanden kun je plaatjes aanwijzen en benoemen. Op die manier leren baby’s nieuwe woorden begrijpen. Vanaf één jaar kun je korte verhaaltjes voorlezen.

Slide 4 - Slide

Welke boeken?

0-3 maanden

Jonge baby’s kijken graag naar plaatjes met veel contrast: zwart-wit, felle kleuren en donkere contouren. Zo ontwikkelen zij hun visuele waarneming (zien). Vertel, rijm en zing erbij.

Slide 5 - Slide

3 - 8 maanden 
Kies voor boeken die de zintuigen prikkelen, zoals knisperboekjes. Dit zijn stoffen boekjes waarvan de pagina’s een knisperend geluid maken. 
Maar ook voelboekjes met verschillende stoffen en materialen en boekjes met geluid zijn aanraders. En kartonnen boekjes met flapjes die je omhoog kunt doen en waar dan een ander plaatje onder zit. Vanaf ongeveer acht maanden openen baby’s de flapjes graag zelf.

Slide 6 - Slide

8 - 12 maanden 
Kies voor boeken met herkenbare plaatjes van bijvoorbeeld dieren, auto’s, eten, kleding en speelgoed. Wijs het plaatje aan en benoem het. Zo leren baby’s nieuwe woorden.

Slide 7 - Slide

1 - 2 jaar 
Vanaf één jaar kunnen dreumesen korte, simpele verhaaltjes begrijpen. Hoe vaker je voorleest, hoe meer nieuwe woorden en korte zinnen je baby leert.

Slide 8 - Slide

Richtlijnen voorleestijd per leeftijd

0-3 maanden: drie keer per dag een paar minuten
3-8 maanden: drie keer per dag vijf minuten
8-12 maanden: drie keer per dag vijf à tien minuten
1-2 jaar: drie keer per dag tien à vijftien minuten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Opdracht

Lees het artikel op de padlet; Interactief voorlezen: ja! Maar hoe?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Fasen in het tellen
- Herkennen van een kleine hoeveelheid
- Akoestisch tellen
- Asynchroon tellen
- Ordenen van voorwerpen tijdens het tellen (synchroon en structurerend tellen)
- Resultatief tellen
- Resultatief verkort tellen

Slide 14 - Slide

Opdracht
- Bedenk met je groep (max. 3 studenten) een spel voor kleuters om de cijfers mee te oefenen.

- Bedenk met je groep (max. 3 studenten) een activiteit om kleuters inzicht te geven in de begrippen: meest, minder, evenveel, minder, meer?

* Leg het spel uit aan de andere groepen in de klas.


Slide 15 - Slide

Opdracht
Zoek met je groep (max. 3 studenten) op internet een telliedje om het getalbegrip van de kleuter te oefenen. 

Leer het liedje uit je hoofd en bedenk er passende 
gebaren bij. 

Presenteer het liedje aan de andere groepen in de klas.

Slide 16 - Slide