Gezonde voeding

Welkom terug!
Leg alvast je IPad en ga naar LessonUp.
Pak ook je werkboek en schrift.
Vandaag hebben we het over gezonde voeding.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom terug!
Leg alvast je IPad en ga naar LessonUp.
Pak ook je werkboek en schrift.
Vandaag hebben we het over gezonde voeding.

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
  1. Terugblik vorige les
  2. Paragraaf 2.4: Gezonde voeding 
  3. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Vorige les
Ik heb al veel gezonde en lekkere recepten binnengekregen!


Maar van een aantal leerlingen heb ik nog geen gezond recept ontvangen voor in het kookboek.
Deze wil ik graag voor 18:00 vanavond ontvangen via teams of de mail, zodat ik jullie recepten kan beoordelen en bundelen! Heb je vragen of heb je tips nodig dan wil ik je best nog een beetje op weg helpen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Geef aan jezelf een advies over gezonde voeding aan de hand van de schijf van vijf.
Wat kun jij nog doen om gezonder te eten?

Slide 5 - Open question

Waarom moet je iedere dag iets uit elk vak van de schijf van vijf eten?

Slide 6 - Open question

Gezonde keuze
Minder gezonde keuze
Zilvervliesrijst
Witte rijst
Olie
Vast vet
Cola
Water
Pindakaas
Brie
Bruin brood
Volkoren brood

Slide 7 - Drag question

Welke adviezen voor gezonde voeding hebben te maken met voedingsvezel?
A
Eet veel groente en fruit
B
Eet producten met onverzadigd vet
C
Eet vooral volkoren
D
Eet meer plantaardig en minder vlees

Slide 8 - Quiz

Gezonde voeding
Leerdoelen
2.4.9 Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzes daaraan kunnen bijdragen.

2.4.10 Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.

Slide 9 - Slide

Energie
Een groot deel van je voedsel gebruik je als brandstof, hieruit haal je de energie die je lichaam nodig heeft.

De hoeveelheid energie in voeding wordt aangegeven met kilojoule (kJ) of met kilocalorie (kcal)
1 kcal = 4,2 kJ

Slide 10 - Slide

Meisje 14-18 weinig actieve leefstijl
8820 kJ
Meisje 14-18 actieve leefstijl
10080 kJ
Jongen 14-18 weinig actieve leefstijl
11340 kJ
Jongen 14-18 actieve leefstijl
13020 kJ
Energiebehoefte van tieners
Ter illustratie: een reep mars levert ongeveer 1000 kJ aan energie, een dubbele boterham met pindakaas en margarine ongeveer 1200 kJ en een appel zo'n 300 kJ

Slide 11 - Slide

Als je een mars en een lolly eet krijg je evenveel kJ aan energie binnen als wanneer je een dubbele volkoren boterham met margarine en pindakaas eet. Waarom kun je toch beter voor de boterham gaan om aan je energiebehoefte te voldoen?

Slide 12 - Open question

Gewicht
Over het algemeen blijf je op hetzelfde gewicht wanneer je evenveel energie binnenkrijgt als je verbruikt. 

Krijg je meer energie binnen dan je verbruikt, dan slaat je lichaam dit op als reservestoffen.

Krijg je minder energie binnen dan je verbruikt, dan gaat je lichaam reservestoffen verbruiken. Als die op zijn breekt je lichaam spierweefsel af om aan energie te komen. 

Slide 13 - Slide

Overgewicht en ondergewicht
Bij overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht) is er teveel vet in het lichaam opgeslagen. 
Dit geeft o.a. kans op ontstekingen, hart en vaat ziekten en diabetes type 2. 

Bij een te laag lichaamsgewicht heb je ondergewicht
Ook dit is niet gezond. Klachten als lusteloosheid, vermoeidheid en vatbaarder zijn voor ziekte komen veel voor bij ondergewicht.

Slide 14 - Slide

BMI
BMI staat voor Body Mass Index. Hiermee kun je berekenen of je een gezond lichaamsgewicht hebt met de volgende formule:



Je BMI is een indicatie voor een gezond gewicht. Belangrijk is ook de vetverdeling (vet in je buik is ongezonder dan onderhuids vet) en je spiermassa. Ook je leeftijd is van belang.



BMI=lengte2gewicht

Slide 15 - Slide

Als je 13 bent zal een gezonde BMI in vergelijking met iemand van 40:
A
hoger zijn
B
lager zijn
C
gelijk zijn

Slide 16 - Quiz

Aankomen en afvallen
Diëten werkt meestal averechts. 

Beter is:
- Meer bewegen 
- Gezondere voeding
- Kleine stapjes zetten die je vol kunt houden.

Slide 17 - Slide

Eetstoornissen kenmerken
Anorexia nervosa: extreem afvallen, weigeren voldoende te eten waardoor ondervoeding ontstaat. 6% van de mensen met anorexia overlijdt aan de ziekte. 
Boulimia nervosa: ook een obsessie met afvallen en niet eten, maar ook eetbuien, waarna het eten uitgebraakt wordt of veel laxeermiddelen worden genomen. Ook hierbij ontstaat ondervoeding. 4% van de mensen met boulimia overlijdt hieraan. 
Eetbuistoornis: Heeft eetbuien, maar braakt niet, waardoor extreem overgewicht kan ontstaan.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Oorzaken eetstoornissen
Oorzaken van een eetstoornis zijn psychisch en kunnen te maken hebben met:
• beïnvloed worden door je cultuur of de media
• nare gebeurtenissen in je leven
• een gevoel van controle willen hebben
• faalangst of perfectionisme
• ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk
Het is belangrijk om vroeg hulp te zoeken als je denkt dat je een eetstoornis ontwikkelt. Hoe eerder je erbij bent hoe beter het te behandelen is.

Slide 20 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Wat: 2.4: Opdracht 1 t/m 3 (kennis) en 8 en 9 (inzicht)
Hoe: Je mag zachtjes overleggen met je buur.
Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.
Tijd: Zie timer.
Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets!
Klaar: Je mag verder met je recept, de begrippen oefenen, of lezen in je leesboek.
Voorbeeld: Maak een begrippen-vier op een rij! Zet alle moeilijke begrippen in een raster van 6 x 5 hokjes. Knip of scheur papiertjes als fiches. Speel samen met een klasgenoot. Elke keer dat je een begrip goed hebt omschreven mag je een fiche leggen op dat vakje. Wie als eerste 4 op een rij heeft wint. 
timer
6:00

Slide 21 - Slide

Volgende les

Gaan we het hebben over voedselbederf.


Slide 22 - Slide