This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Breuken: Van basis tot gevorderd
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je breuken begrijpen en toepassen in verschillende situaties.
Slide 2 - Slide
Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over breuken?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn breuken?
Breuken zijn getallen die aangeven hoeveel delen van een geheel er zijn. Ze bestaan uit een teller en een noemer, bijvoorbeeld 3/4.
Slide 4 - Slide
Leg de basisdefinitie van breuken uit en geef een voorbeeld.
Teller en noemer
De teller geeft aan hoeveel delen we nemen en de noemer geeft aan in hoeveel gelijke delen het geheel is verdeeld.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat de teller en de noemer betekenen en geef een voorbeeld.
Soorten breuken
Er zijn drie soorten breuken: echte breuken, onechte breuken en gemengde getallen.
Slide 6 - Slide
Beschrijf kort de verschillende soorten breuken en geef voorbeelden.
Echte breuken
Echte breuken hebben een teller die kleiner is dan de noemer, bijvoorbeeld 2/5.
Slide 7 - Slide
Leg uit wat een echte breuk is en geef een voorbeeld.
Onechte breuken
Onechte breuken hebben een teller die groter is dan of gelijk is aan de noemer, bijvoorbeeld 7/4.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat een onechte breuk is en geef een voorbeeld.
Gemengde getallen
Gemengde getallen bestaan uit een heel getal en een breuk, bijvoorbeeld 3 1/2.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat een gemengd getal is en geef een voorbeeld.
Breuken vereenvoudigen
Breuken kunnen worden vereenvoudigd door de teller en de noemer door hetzelfde getal te delen.
Slide 10 - Slide
Leg uit hoe je breuken kunt vereenvoudigen en geef een voorbeeld.
Breuken optellen
Breuken kunnen worden opgeteld door de tellers bij elkaar op te tellen en de noemers gelijk te houden.
Slide 11 - Slide
Leg uit hoe je breuken kunt optellen en geef een voorbeeld.
Breuken aftrekken
Breuken kunnen worden afgetrokken door de tellers van elkaar af te trekken en de noemers gelijk te houden.
Slide 12 - Slide
Leg uit hoe je breuken kunt aftrekken en geef een voorbeeld.
Samenvatting
Breuken zijn getallen die aangeven hoeveel delen van een geheel er zijn. Ze kunnen vereenvoudigd, opgeteld en afgetrokken worden.
Slide 13 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk dat breuken veelvoorkomend en nuttig zijn in het dagelijks leven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.