VT Ouderenzorg MV - Psychogeriatrische problemen - delier, depressie (zelfstudie)

VT Ouderenzorg




Psychogeriatrische problemen
  • Dementie
  • Delier
  • Depressie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

VT Ouderenzorg




Psychogeriatrische problemen
  • Dementie
  • Delier
  • Depressie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft wat de oorzaak, de verschijnselen en de behandelingen zijn bij psychogeriatrische problemen.

Subleerdoelen week 5:
De student:
13. Legt in eigen woorden uit wat een depressie is.
14. Legt in eigen woorden uit wat een delier is.
15. Benoemt vijf risicofactoren voor het krijgen van een delier.
16. Benoemt vier uitlokkende factoren voor het krijgen van een delier.
17. Benoemt zes symptomen van een delier.
18. Benoemt drie vragen om een patiënt op delier te screenen.
19. Benoemt vier verschillen tussen een delier en dementie.



Slide 2 - Slide

Depressie
  • stemmingsstoornis die zich kenmerkt door een verlies van levenslust of een zwaar terneergeslagen stemming 
  • minimaal 2 weken één van beide of beide symptomen 

  • ongeveer 20% van de mensen met dementie heeft een depressie

Slide 3 - Slide

Depressie
Wanneer een depressie?
Er moeten ten minste vijf symptomen tegelijk aanwezig zijn, bijna elke dag gedurende ten minste twee weken

Symptomen:
  • sombere stemming
  • weinig interesse in activiteiten
  • geen plezier meer beleven
  • te veel of te weinig eten
  • slapeloosheid of te veel slapen
  • vermoeidheid
  • vreemd gedrag
  • buitensporig schuldgevoel
  • gevoel van nutteloosheid

Slide 4 - Slide

Delier
  • Een delier is verwardheid die binnen
     enkele uren tot dagen ontstaat
     
  • Iemand met een delier kan
     opgewonden en onrustig zijn.
     Of juist stil en teruggetrokken.
     
  • Een delier kan ontstaan door een
     ziekte, een operatie, een ongeval of
     medicijnen
     
  • Altijd een lichamelijke oorzaak!



Slide 5 - Slide

Delier
Risicofactoren
  • leeftijd > 70 jaar
  • cognitieve stoornissen
  • visusstoornissen en gehoorstoornissen 
  • stoornissen in ADL
  • gebruik van alcohol en opiaten (pijnstilling)
     
Uitlokkende factoren
  • infectie en koorts 
  • uitdroging
  • gebruik van meerdere medicijnen tegelijkertijd 
  • serum-elektrolytstoornissen (met name natrium en kalium) 




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Delier
Er volgt nu een video van een aantal zorgvragers
met een delier. 

Kijk welke symptomen van een delier je kan
herkennen bij deze zorgvragers.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Delier en Dementie: verschillen

Slide 10 - Slide

Opdracht: certificaat
  •  Ga naar e-Xpertcollege en maak de opgaven van de
       module Pathologie - Delier

  • Laat de docent (in de volgende les)  je certificaat zien als je de module
      hebt afgerond

Slide 11 - Slide

Quiz
Er volgen nu een aantal quizvragen over de 
lesstof depressie en delier.


Slide 12 - Slide

Wat voor type stoornis is een depressie?
A
psychische stoornis
B
stemmingsstoornis

Slide 13 - Quiz

Hoeveel symptomen moeten er ten minste tegelijk aanwezig zijn, wil je het een depressie noemen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN symptoom van een depressie?
A
verlies van interesse
B
slaapklachten
C
veel dromen
D
psychomotorische agitatie (geestelijke/lichamelijke onrust)

Slide 15 - Quiz

Bij welk ziektebeeld is er geen desoriëntatie in tijd, plaats en persoon?
A
dementie
B
depressie

Slide 16 - Quiz

De oorzaak van een delier is...
A
altijd lichamelijk
B
altijd geestelijk
C
lichamelijk of geestelijk (beide mogelijk)

Slide 17 - Quiz

Wat is de duur van een delier?
A
uren tot dagen
B
een paar maanden
C
een paar jaren

Slide 18 - Quiz

Hoe is het verloop bij een delier?
A
Symptomen fluctueren (wisselen/schommelen), vaak toename in de avond en nacht
B
Langdurig progressief
C
Dagschommelingen, vaak 's ochtends meer klachten dan 's avonds

Slide 19 - Quiz

Hoe is de spraak bij iemand met een depressie?
A
Onsamenhangend, langzaam of versneld
B
Monotoon
C
Moeite met vinden van woorden

Slide 20 - Quiz

Is de oriëntatie bij iemand met een delier verstoord?
A
Ja, verstoord
B
Nee, niet verstoord

Slide 21 - Quiz

Is de oriëntatie bij iemand met een dementie verstoord?
A
Ja, verstoord
B
Nee, niet verstoord

Slide 22 - Quiz

Is de oriëntatie bij iemand met een depressie verstoord?
A
Ja, verstoord
B
Nee, niet verstoord

Slide 23 - Quiz

Opdracht
  • In Teams staat een opdracht voor je klaar. Het is een kennisquiz in  Forms.
  • Weet je het antwoord op een vraag niet, zoek deze dan op in je aantekeningen of Traject 
  • Je kan de kennisquiz maar één keer maken.

Slide 24 - Slide

Kijk of je de leerdoelen nu allemaal kan beantwoorden:
(zo niet, stel je vragen in de volgende les)
Hoofdleerdoel
De student beschrijft wat de oorzaak, de verschijnselen en de behandelingen zijn bij psychogeriatrische problemen.

Subleerdoelen week 5:
De student:
13. Legt in eigen woorden uit wat een depressie is.
14. Legt in eigen woorden uit wat een delier is.
15. Benoemt vijf risicofactoren voor het krijgen van een delier.
16. Benoemt vier uitlokkende factoren voor het krijgen van een delier.
17. Benoemt zes symptomen van een delier.
18. Benoemt drie vragen om een patiënt op delier te screenen.
19. Benoemt vier verschillen tussen een delier en dementie.



Slide 25 - Slide

Zijn zorgvragers met dementie een doelgroep waarmee jij in de toekomst graag zou willen werken?
0100

Slide 26 - Poll

Afsluiting
Doen na de les: 
  • uitwerken leerdoelen uit de LOEP
  • voorbereiden voor de volgende les door:
      in Expertcolleges de module "Diabetes
        Mellitus" te bestuderen

Slide 27 - Slide