What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Havo 2 Oefentoets Grammatica en Spelling Hoofdstuk 2
Oefentoets
Grammatica en Spelling Hoofdstuk 2
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
Voortgezet speciaal onderwijs
havo
Leerroute H
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets
Grammatica en Spelling Hoofdstuk 2
Slide 1 - Slide
Lijdende en bedrijvende vorm
Slide 2 - Slide
Lijdend of bedrijvend?
Na de wedstrijd heeft trainer Koeman zijn mening gegeven.
A
Lijdend
B
Bedrijvend
Slide 3 - Quiz
Lijdend of bedrijvend?
Hij werd daarin bijgestaan door zijn assistent.
A
Lijdend
B
Bedrijvend
Slide 4 - Quiz
Lijdend of bedrijvend?
De productietaken zijn door de studenten tentoongesteld.
A
Lijdend
B
Bedrijvend
Slide 5 - Quiz
Lijdend of bedrijvend?
Het team besprak vervolgens de negatieve perioden.
A
Lijdend
B
Bedrijvend
Slide 6 - Quiz
Verander de zin (actief <-> passief):
Alle productietaken zijn door de studenten tentoongesteld.
Slide 7 - Open question
Verander de zin (actief <-> passief):
De schoonmakers veegden de tribune schoon.
Slide 8 - Open question
Verander de zin (actief <-> passief):
De teams speelden de hockeywedstrijd volledig uit.
Slide 9 - Open question
Verander de zin (actief <-> passief):
In de belangrijke wedstrijd zijn verschillende doelpunten door de dames uit het korfbalteam gemaakt.
Slide 10 - Open question
Hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord
Slide 11 - Slide
Wat is het hww? De schaatser heeft
zijn schaatsen voor het eerst uit het vet gehaald.
A
gehaald
B
heeft gehaald
C
heeft
D
heeft uit gehaald
Slide 12 - Quiz
Wat is het zww?
Tijdens de kwalificatieronde haalde
de jonge deelnemer de finishlijn niet.
Slide 13 - Open question
Wat is het hww? De hardloper zou
tijdens de marathon zijn tegenstander een harde duw hebben gegeven.
Slide 14 - Open question
Werkwoordspelling
Slide 15 - Slide
Wat is goed?
Waardoor ..... (storten) het vliegtuig gisteren naar beneden?
A
storte
B
stortten
C
storten
D
stortte
Slide 16 - Quiz
Wat is goed?
De goochelaar heeft duiven uit zijn hoed (goochelen).
A
gegoocheld
B
gegoochelt
Slide 17 - Quiz
Wat is goed?
Zo heb ik het echt niet ..... (bedoelen).
A
bedoelt
B
bedoeld
C
bedoeldt
Slide 18 - Quiz
Wat is goed?
De gemeente ..... (verwijderen) de fout geparkeerde fietsen.
A
verwijderd
B
verwijderdt
C
verwijdert
Slide 19 - Quiz
Wat is goed?
(freelancen) ...... hij vroeger wel eens voor dat bedrijf?
A
freelancete
B
freelancette
C
freelancede
Slide 20 - Quiz
Wat is goed?
Maar dat had je ...... (beloven)!
A
belooft
B
beloofd
C
beloofdt
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
20190506 werkwoordstijden en lijdend en bedrijvend
December 2019
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Bedrijvende en lijdende vorm
May 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Flexles voor toets h3
April 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
3.7 en 3.8 Grammatica - herhaling
September 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica 3.7 bedrijvend en lijdend (les 4 en 5)
February 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
V3 - Bedrijvende en lijdende vorm
October 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica 3.7 bedrijvend en lijdend (les 8 t/m 10)
February 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les 15
September 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3