Thema 4 - week 5 - exp. groei

Wiskunde - 2V - Thema 4
week 6 - les dinsdag
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wiskunde - 2V - Thema 4
week 6 - les dinsdag

Slide 1 - Slide

Vandaag
* Leerdoelen herhalen
* 7.1, 7.2, 7.3
* Zelfstandig beginnen met 7.5
* Vragen? 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Slide 3 - Slide

Een oude prijs wordt met de factor 1,15 verhoogd. Hoeveel procent is de prijs gestegen?
A
115 %
B
10 %
C
100 %
D
15 %

Slide 4 - Quiz

Volgend jaar stijgen de prijzen van kleding met 2,5 procent. Wat is de factor?
A
125
B
12,5
C
1,025
D
1,25

Slide 5 - Quiz

Hoeveel procent gaat er af bij de volgende factor: 0,73

Slide 6 - Open question

Leerdoelen

Slide 7 - Slide

Wanneer is er sprake van exponentiële groei?

Slide 8 - Open question

Welke tabel hoort niet bij exponentiële groei?

Slide 9 - Open question

Bereken de groeifactor

Slide 10 - Open question

Wat is de waarde bij
h = 3? En bij h = 5?

Slide 11 - Open question

Leerdoelen

Slide 12 - Slide

Exponentiële formules

De standaard formule die hoort bij exponentiële groei is:

aantal = begingetal * groeifactor tijd 



Slide 13 - Slide

Exponentiële formules

De standaard formule die hoort bij exponentiële groei is:

h = b *g 



Slide 14 - Slide


Gegeven is de tabel hiernaast ---->
Neem aan dat de tabel bij exponentiële groei hoort. 
Stel de bijbehorende formule op. Werk de opgave uit in je schrift, maak een foto en stuur de uitwerkingen in.

Slide 15 - Open question

En nu?
* Kijk altijd in Magister (agenda) + Magister.me
* Ga aan de slag met 7.5, zelfstandig, uitleg opzoeken?
* Klaar? Nakijken natuurlijk!
*Succes!

Slide 16 - Slide

Wiskunde - 2V - Thema 4
week 6 - les woensdag

Slide 17 - Slide

Vandaag
* Leerdoelen
* 7.5 --> Wetenschappelijke notatie 
* Zelfstandig beginnen met 7.5
* Vragen? 

Slide 18 - Slide

Leerdoelen

Slide 19 - Slide

Typ eens in je rekenmachine:
5000 x 60000 x 9000 x 8000 = 

Slide 20 - Slide

Formule:
Wat is N bij t = 5?
Wat is N bij t = 25?
N=3504,98t

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

2.300.000.000 =

Wetenschappelijke notatie
A
2,3x10^8
B
23x10^8
C
2,3x10^9
D
2,3x10^10

Slide 23 - Quiz

De wetenschappelijke notatie van 951000 is:
A
951x10^3
B
95,1x10^4
C
9,51x10^5
D
9,51x10^3

Slide 24 - Quiz

Wat is de wetenschappelijke notatie van 26750000000
A
2,68×1010
B
2,68×109
C
2,67×109
D
2,67×1010

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is de wetenschappelijke notatie van
0,000 12
A
1,2 x 10^-4
B
1,2 x 10^4
C
1,2 x 10^-5
D
1,2 x 10^5

Slide 28 - Quiz

wat is de wetenschappelijke notatie van 0,0023
A
2,3 *10^4
B
2,3*10^-4
C
2,3 * 10^-3
D
2,3*10^-2

Slide 29 - Quiz

En nu?
* Kijk altijd in Magister (agenda) + Magister.me
* Ga aan de slag met 7.5
* Klaar? Nakijken natuurlijk!
*Succes!

Slide 30 - Slide