Je weet de belangrijkste delen om te leren voor de toets
Je weet hoe je kunt leren voor de toets.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat te leren voor de toets?
Jas uit
Spullen op tafel
Tas van tafel
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Je weet de belangrijkste delen om te leren voor de toets
Je weet hoe je kunt leren voor de toets.
Slide 1 - Slide
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf
Slide 2 - Slide
Algemene tips
De gekleurde woorden in de tekst zijn kernbegrippen. Deze moet je altijd kennen! Leer ze m.b.v. Quizlet
De opdrachten helpen je oefenen voor de toets, maak ze en kijk ze ook goed na!
Oefen door lessonups terug te kijken, BVJ online of Biologiepagina.nl
De AI uit de studiewijzer kan je helpen stof begrijpen of oefenvragen voor je bedenken!
Slide 3 - Slide
Basisstof 1
Je kunt de 4 verschillende bloedonderdelen opsommen.
Je kunt van elk van deze onderdelen de belangrijkste eigenschappen benoemen en ze hiermee herkennen.
Je kunt uitleggen wat de stoffen fibrinogeen en hemoglobine doen.
Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij trombose
Slide 4 - Slide
Basisstof 2
Je kunt de belangrijkste eigenschappen van de 3 verschillende bloedvaten benoemen en ze hiermee herkennen.
Je kunt in een afbeelding van de bloedsomloop de verschillende bloedvaten benoemen (bijv. afb. 10 op blz. 190)
Leer afbeelding 3 en 4
Je kunt de functie van de poortader beschrijven en uitleggen wat deze ader uniek maakt.
Je kunt uitleggen wat een dubbele bloedsomloop is en de functie van kleine en grote bloedsomloop benoemen.
Slide 5 - Slide
Basisstof 3
Je kunt de onderdelen in afb. 1 benoemen, herkennen en hun functies beschrijven.
Je weet hoe het hart onderdeel uitmaakt van de volledige bloedsomloop
Je kunt uitleggen in welke fasen de hartslag verloopt.
Slide 6 - Slide
Basisstof 4
Je kent de werking van de nieren en kunt hun nut voor de bloedsomloop beschrijven.
Je kent de onderdelen van afb. 1, 2 en 3
Slide 7 - Slide
Grote bloedsomloop
In alle organen van het lichaam wordt zuurstof en voedingsstoffen afgegeven en koolstofdioxide en afvalstoffen opgenomen.
In de darmen, lever en nieren gebeuren nog extra dingen, daarom staan deze apart.
Kleine bloedsomloop
Stroomt alleen langs de longen, neemt daar zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
!
Het hart is erg versimpeld weergegeven
RB = rechterboezem
RK = rechterkamer
LB = linkerboezem
LK = linkerkamer
De aorta splitst op in verschillende slagaders.
Elke stroomt naar een eigen orgaan
Aders van verschillende organen komen samen in de holle aders.
De bovenste holle ader is een verzameling van alle aders boven het hart.
De onderste holle ader is een verzameling van alle aders onder het hart
Deze 3 organen staan apart genoemd omdat hier iets extra gebeurt!
Let op dat wat bij elk orgaan genoemd staat ook in deze organen gebeurt!
!
De poortader is speciaal
Enige ader die tussen twee organen stroomt
Zorgt ervoor dat alle stoffen die opgenomen worden door de darmen gecontroleerd worden voordat ze de rest van het lichaam instromen
B2, 3 en 4
Deze afbeelding vat belangrijke informatie uit B2, 3 en 4 in één overzicht samen.
Als je goed begrijpt wat er op dit schema gebeurt dan begrijp je veel belangrijke informatie uit deze basisstoffen
Slide 8 - Slide
Basisstof 5
Je kunt uitleggen wat lichaamsvreemde stoffen zijn en hoe het lichaam de antigenen die erop voorkomen kan gebruiken om ze te bestrijden.
Je kunt uitleggen wat antistoffen zijn en hoe ze gebruikt worden in de bestrijding van ziekteverwekkers.
Je kunt uitleggen wat immuniteit is en uitleggen op welke 2 manieren iemand immuun kan worden.
Slide 9 - Slide
Basisstof 6
Je kunt de eigenschappen en gevolgen van een hoge bloeddruk, slagaderverkalking en hartinfarct opsommen.
Je kunt de voordelen van een gezonde leefstijl benoemen
Je kunt de nadelen van alcohol benoemen
Slide 10 - Slide
Basisstof 8
Je kunt uitleggen hoe de 4 bloedgroepen verschillen, voornamelijk op het gebied van antigenen en antistoffen
Je kunt uitleggen welke bloedtransfusies mogelijk en onmogelijk zijn tussen de verschillende bloedgroepen.
Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren als bij bloedtransfusies niet op bloedgroepen wordt gelet.
Slide 11 - Slide
1e keuze: + OF Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien
2e en 3e keuze: Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien
4e en 5e: draaien
Slide 12 - Slide
Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
Tafels: recht en leeg
Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
Vloer: geen afval
Slide 13 - Slide
Basisstof 7
Je kunt uitleggen wat weefselvloeistof en lymfe is, welke stoffen er in voorkomen en waar het vandaan komt.
Je kunt de functie en bouw van een lymfevat beschrijven en herkennen
Je kunt uitleggen wat het nut van het lymfevatenstelsel is.