Herhalen en opstarten

Herhalen en opstarten
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhalen en opstarten

Slide 1 - Slide

Herhalen/uitleggen POP
SMART 


Slide 2 - Slide

SMART
S: Specifiek
M: Meetbaar
A: Acceptabel
R: Realistisch
T: Tijdsgebonden 

Slide 3 - Slide

Specifiek
Het moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven.
Wat wil je bereiken? Wie zijn erbij betrokken? Wanneer gebeurt het? Welke delen van de doelstelling zijn essentieel? Waarom wil je dit doel bereiken?

Slide 4 - Slide

Meetbaar
Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Wat is er af als het af is?

Slide 5 - Slide

Acceptabel 
Als je een SMART-doel voor jezelf stelt, dan is het voldoende dat je het zelf accepteert.
De doelstelling moet positief geformuleerd zijn.
Een SMART-doel beschrijft een bepaald resultaat, niet een inspanning.

Slide 6 - Slide

Realistisch
Is het doel haalbaar?
Een realistische doelstelling houdt rekening met de praktijk.

Slide 7 - Slide

Tijdsgebonden 
Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum.
Ik ga bij de volgende voortgangstoets in april een voldoende halen

Slide 8 - Slide

Tip
  • Begin je doel met “ik”.
  • Gebruik na “ik” een doe- of meet-woord: maak, kan, ken, heb inzicht in, begrijp, pas toe, weet, et cetera.
  • Beschrijf hierna SMART in concrete woorden en in meetbare termen wat je doel is om te   leren: je doel of vaardigheid.
  • Niet: Ik ga beter orde houden.
  • Wel: Ik pas tijdens mijn lessen op 4, 8 en 12 maart succesvol het assertiviteitsprincipe toe,     waarbij ik tijdens iedere les minstens twee studenten aanspreek als zij tijdens mijn uitleg   praten.

Slide 9 - Slide

Werken aan opdrachten

Slide 10 - Slide