woordenschat sport groep 6 deel 2

aanbevelen is:
A
een bevel geven
B
aanprijzen
C
advies geven om iets niet te doen
D
klappen krijgen
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

aanbevelen is:
A
een bevel geven
B
aanprijzen
C
advies geven om iets niet te doen
D
klappen krijgen

Slide 1 - Quiz

Balanceren heeft te maken met:
A
de snelste zijn
B
winnen
C
evenwicht
D
verliezen

Slide 2 - Quiz

lef heeft te maken met:
A
actie
B
beslissen
C
camoufleren
D
durf

Slide 3 - Quiz

inspannen is:
A
moe worden
B
slaperig worden
C
je krachten gebruiken
D
ergens aan trekken

Slide 4 - Quiz

Als je dingen doet zonder te bedenken wat het gevaar kan zijn, dan ben je:
A
gevaarlijk
B
een angsthaas
C
roekeloos
D
aardig

Slide 5 - Quiz

iemand die veel durft en niet snel bang is, is ...
A
een angsthaas
B
een druiloor
C
een waaghals
D
een gebeten hond

Slide 6 - Quiz

Tempo heeft te maken met:
A
kracht
B
snelheid
C
iets goed doen
D
netheid

Slide 7 - Quiz

Iets recreatief doen, heeft te maken met:
A
boetseren
B
tekenen
C
handvaardigheid
D
plezier

Slide 8 - Quiz

Als je afwacht wat er gebeurt, ben je ..........
A
actief
B
passief

Slide 9 - Quiz

Een kapotte of pijnlijke plek aan je lichaam noem je een:
A
hindernis
B
aanloop
C
blessure
D
parcours

Slide 10 - Quiz