De oudere zorgvrager

• Opvoedkunde
• Secundair onderwijs

Omgaan met de oudere zorgvrager

Doelstellingen:

1. Kunnen in eigen bewoordingen omschrijven wat zelfzorg inhoudt.

2. Kunnen aangeven waar, op de verschillende gebieden,

hulpbehoevendheid bij bejaarden tot uiting komt.

3. Kunnen de effecten aangeven van veranderingen van één gebied

op de andere gebieden.

4. Kunnen voorbeelden aangeven waaruit de afname van zelfzorg en de

toename van afhankelijkheid blijkt op psychisch gebied.

7. Kunnen afwijkend gedrag observeren en de signalen passend rapporteren.

8. Kunnen in een opgegeven concrete situatie voorstellen formuleren om te

reageren

5. Kunnen uit uitspraken en gedrag van de oudere                  zorgvrager de mogelijke onderliggende behoefte               afleiden
6. Kunnen signalen herkennen die wijzen op                            beginnende vragen om zorg.
7. Kunnen afwijkend gedrag observeren en de signalen        passend rapporteren.
 8. Kunnen in een opgegeven concrete situatie                          voorstellen formuleren om te reageren.

Casus

Lees de casus van Claire en maak de oefening op pagina 2 in de cursus.

Oudere zorgvrager...

Jullie hebben het reeds vorig schooljaar en dit schooljaar gehad over de oudere zorgvrager. Wat herrinneren jullie zich nog over de leerstof die aan bod is gekomen? Denk diep na en vul daarna de woordenwolk in.

Oudere zorgvrager

Wie van jullie kwam op stage al eens in contact met een agressieve bewoner?

Inprentingsstoornissen zijn:

1. stoornis van het lange termijngeheugen
2. stoornis van het algemene geheugen
3. stoornis van het korte termijngeheugen

Confabuleren is:

1. de oudere vertelt verhalen die niet kloppen
2. de oudere vertelt verhalen van vroeger
3. de oudere vertelt verhalen van gisteren

wat is reproduceren?

1. het niet meer weten van concrete informatie
2. het geheugen is niet meer intact
3. het geheugen is intact

Een retentiestoornis is:

1. een stoornis van het korte termijngeheugen
2. een combinatie van een stoornis lange termijn en korte termijngeheugen
3. een stoornis van het lange termijngeheugen

Afasie is:

1. een spreekstoornis
2. een taalstoornis
3. een onverschillige zorgvrager
4. achterdochtig zijn

apathisch zijn is:

1. een taalstoornis
2. agressief zijn
3. een spreekstoornis
4. onverschillig zijn

Stoornissen in de waarneming. Wat betekent agnosie? Geef een duidelijk voorbeeld

Leerpad dementie

Doorloop het leerpad dementie (zie bericht smartschool)

1. Deel 1: wat is dementie

2. Deel 2: omgaan met dementie