This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
2.1 Moleculen en atomen
Slide 1 - Slide
Programma
-Toets bespreken
20 min
-Moleculen en atomen
20 min
-Systematische naamgeving
20 min
-Oefenen
20 min
Slide 2 - Slide
Toets bespreken
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?
Je weet dat moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Je kunt het verschil uitleggen tussen elementen en verbindingen.
Je kunt moleculen weergeven in molecuulformules.
Je kunt de systematische naamgeving van moleculen toepassen.
Je kunt het verschil tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en een chemische reactie op microniveau beschrijven.
Slide 4 - Slide
Chemische reacties
Bij chemische reacties verdwijnen stoffen en ontstaan nieuwe stoffen met andere eigenschappen. Dit betekent op microniveau dat de moleculen van de beginstoffen verdwijnen en er nieuwe moleculen van de reactieproducten worden gevormd.
Slide 5 - Slide
Wat komt het meest voor in ons universum?
Slide 6 - Open question
Wat is het kleinste deeltje dat je kent?
Slide 7 - Open question
Waar bestaat het universum uit?
99,99% = leegte
0,01% = materie
Leegte bestaat uit een
afwezigheid van deeltjes.
Waar bestaat materie uit?
Slide 8 - Slide
Bouwstenen materie
Een groot deel van de deeltjes in het universum bestaat uit moleculen (deeltjes).
Slide 9 - Slide
Bouwstenen materie
Maar moleculen bestaan natuurlijk ook weer ergens uit, namelijk atomen!
Slide 10 - Slide
Moleculen
De Nederlandse taal heeft ongeveer 60 miljoen woorden.
Al deze woorden zijn combinaties van 26 letters, het alfabet.
Hetzelfde geldt voor moleculen:
Er zijn miljoenen soorten moleculen.
Al deze moleculen zijn combinaties van 118 atoomsoorten, de elementen.
Slide 11 - Slide
Voorbeeld
Koolstofdioxide en water zijn bijvoorbeeld moleculen.
Koolstofdioxide (naam), bevat 1 koolstofatoom en 2 zuurstofatomen: CO₂ (molecuulformule)
Water, bevat 2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom: H₂O
Leer de tabel hiernaast!!!
Slide 12 - Slide
Index
CO₂ en H₂O, bevatten allebei een 2’tje.
Dit getal staat rechtsonder van het desbetreffende atoom, en geeft aan hoeveel van die atomen er in het molecuul zijn.
Dit getal noem je de index.
Slide 13 - Slide
Een molecuul heeft 3 C-atomen en 8 H-atomen. Geef de molecuulformule.
Slide 14 - Open question
Chemische reactie en moleculen
Bij een chemische reactie gaan er moleculen kapot en worden de afgebroken atomen gebruikt om nieuwe moleculen te maken.
Slide 15 - Slide
Wat zijn verbindingen en enkelvoudige stoffen?
Alle stoffen op de wereld zijn ofwel mengsels ofwel zuiver.
Zuivere stoffen onder te verdelen in 2 groepen:
Verbindingen (ontleedbare stoffen)
Enkelvoudige stoffen (niet-ontleedbare stoffen)
Slide 16 - Slide
Wat zijn verbindingen?
Verbindingen = moleculen die bestaan uit meerdere atomen