24 januari

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Hulpboek blz. 104, Ergon 13 en 14.
  • Hoofdstuk 8. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Hulpboek blz. 104, Ergon 13 en 14.
  • Hoofdstuk 8. 

Slide 1 - Slide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Slide

Hulpboek blz. 104
Ergon 13 en 14.


Slide 5 - Slide

Egon 13
  • 1 Αἱ θυγατέρες δῶρον παρέχουσι τῷ πατρί.  meewerkend vw
  • De dochters geven geschenken aan de vader
  • 2 Οἱ θεοὶ τοῖς ἀνθρώποις φυλάττουσι τὴν γῆν. meewerkend vw
  • De goden beschermen voor de mensen de aarde.
  • 3 Τῇ λαμπάδι αἱ γυναῖκες ἅπτουσι τὸ πῦρ. bijw.bep
  • De vrouwen steken het vuur aan met een fakkel.
  • 4 Ὁ τῶν Ἑλλήνων ἡγεμὼν τὸν ἐχθρὸν δόρατι κτείνει. bijw.bep
  • De aanvoerder van de Grieken doodt de vijand met een lans.
  • 5 Τοῖς ὅπλοις οἱ ἥρωες τὴν ἀρετὴν φαίνουσιν ἐν τῇ μάχῃ. bijw.bep -  aanvulling (bij voorzetsel)
  • Met hun wapens laten de helden in het gevecht hun dapperheid zien.

Slide 6 - Slide

Egon 13
  • 6 Ὁ υἱὸς βοηθεῖ τῷ πατρί ἐπὶ τῷ ἔργῳ. aanvulling (bij ww) -  aanvulling (bij voorzetsel)
  • De zoon helpt zijn vader bij het werk.
  • 7 Τῇ θυγατρὶ ἡ μήτηρ τὴν τέχνην φαίνει. meew. vw
  • De moeder laat aan haar dochter haar vaardigheid zien.
  • 8 Αἰσχύνῃ τὸ τέκνον τῇ ἀδελφῇ τὰ πράγματα οὐ καταλέγει. bijw.bep -  meew.vw
  • Uit schaamte vertelt het kind de gebeurtenissen niet aan zijn zus.
  • 9 Ταῖς γυναιξὶν οἱ παῖδες ὕλῃ ποιοῦσι τὸ πῦρ. meew.vw - bijw.bep
  • De kinderen maken met brandhout voor de vrouwen het vuur.
  • 10 Ἀκηδείᾳ ὁ Κρόνος τὸν τῆς γυναικὸς δόλον οὐ νοεῖ. bijw.bep
  • Uit onoplettendheid merkt Kronos de list van zijn vrouw niet op.

Slide 7 - Slide

Ergon 14

Slide 8 - Slide

Argonauten


Taalboek blz. 44.
Hulpboek blz. 36.

Slide 9 - Slide

Opdracht 16
  • a δεινὸν τέρας
  • b Zij doodt met haar ogen en heeft slangen in plaats van haren. Ze ziet er dus uit als een monster en is gevaarlijk.
  • c Medusa heeft ook slagtanden, bronzen handen en gif in het slangenhaar, waarmee zij ook kan doden.

Slide 10 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de vetgedrukte woorden op Taalboek blz. 27, 29, 31, 41, 43 en 45.
  • Lees hulpboek blz. 44. 
  • Maak opdrachten 22 en 23. 
  • Lees hulpboek blz. 104
  • Maak blz. 105, Ergon 13 en 14.

Slide 11 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de vetgedrukte woorden op Taalboek blz. 27,  29, 31, 41 en 43.
  • Lees tekstboek blz. 44.
  • Maak Hulpboek blz. 36, opdr. 22 en 23.
  • Lees Hulpboek blz. 106.
  • Maak Ergon 15. 
Dit is ook huiswerk. 

Slide 12 - Slide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 13 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 15 - Open question