Werkwoordelijk gezegde

Gezegde & persoonsvorm
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Gezegde & persoonsvorm

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Bekijken hoe peuters praten
- Zinnen van peuters veranderen
- Leren wat het werkwoordelijk gezegde is
- Leren wat de persoonsvorm is
- Oefenen op Numo

Slide 2 - Slide

Wie heeft er een jong broertje/zusje/neefje/nichtje of buurjongen/meisje? (Circa 2 jaar oud)
A
Ja, ik!
B
Nee, ik niet.

Slide 3 - Quiz

Bedenk eens hoe een peuter (ca. 2 jaar) praat.
Hoe zou de peuter zeggen:
Ik zou vanmiddag graag willen voetballen.

Slide 4 - Open question

En hoe zou die zeggen:
De hond is aan het blaffen.

Slide 5 - Open question

Peuters 
Peuters maken heel eenvoudige zinnetjes. Ze benoemen het onderwerp (wie iets doet) en het werkwoord (wat diegene doet).

Hond blaffen
Papa eten
Ik voetballen
Meester uitleggen

Slide 6 - Slide

We begrijpen wat ze bedoelen, maar het zijn nog geen volledige zinnen.
Maak eens een volledige zin van de volgende uitdrukkingen:

Slide 7 - Slide

Opa koken

Slide 8 - Open question

Daan fietsen

Slide 9 - Open question

Opa is aan het koken.
Opa staat te koken.
Opa heeft iets lekkers gekookt.
Opa gaat vanavond voor ons koken.
Opa kookt altijd voor oma.

Slide 10 - Slide

Daan is naar school gefietst.
Daan fietst elke dag 10 kilometer.
Daan is aan het fietsen.
Daan heeft nog nooit gefietst.

Slide 11 - Slide

Wat gebeurt er?

Slide 12 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin.
Ik ga vanavond een potje voetballen.
Daan is al heel lang aan het uitleggen.


De PERSOONSVORM is onderdeel van het GEZEGDE.

Slide 13 - Slide

Opdracht:
1. Ga naar mijn.numo.nl
2. Log in met je leerlingnummer
3. Ga naar TAKEN en maak de 5 opdrachten

Slide 14 - Slide