This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Leesvaardigheid - overtuigen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Programma
Les 1: Tekstdoel overtuigen Leesstrategieën
Les 2: Reflecteren op teksten
Les 3: Schrijf een betoog
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Ik kan verschillende leesstrategieën toepassen om te bepalen of een tekst bruikbaar is, om informatie uit een tekst te halen en om een tekst helemaal te begrijpen.
Ik kan in teksten feiten, meningen, argumenten en conclusies aanwijzen.
Ik kan reflecteren op teksten
Ik kan gelezen informatie inzetten om zelf een tekst te schrijven.
Ik weet hoe een betoog is opgebouwd en kan zelf een betoog schrijven.
Ik leer over een onderwerp dat ik interessant vind en bekijk het van verschillende kanten.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Vandaag
- Terugblik (5 m.)
- Instructie opdrachten (10 m.)
- Opdracht: lezen en reflecteren z.s. (15 m.)
- Opdracht: bespreken z.f. (5 m.)
- Opdracht: wat is jouw standpunt? z.s. (10 m.)
- Klassikaal bespreken opbrengsten (10 m.)
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je nog van de vorige les? Schrijf alles op wat in je opkomt.
Slide 5 - Open question
Met de verschillende antwoorden kun je een terugblik doen op de vorige les en activeer je hun voorkennis. Het is makkelijk om vervolgens met die kennis voort te borduren.
Instructie
Vorige les heb ik laten zien hoe je oriënterend, zoekend en intensief leest.
Jullie gaan zo zelf ook weer lezen. We gaan eerst samen een tekst lezen. Ik stel vragen en jullie antwoorden. Dan kunnen jullie het straks zelf proberen.
Bereid deze opdracht voor. Het artikel is te vinden via de link in de hotspot.
Lezen en reflecteren z.s.
- Je leest de tekst die je nog niet hebt gelezen tijdens de voorbereiding. Dit doe je in koppels en je leest hardop voor aan de ander. Stel hierbij vragen etc. Net zoals we net samen hebben gedaan.
- Arceer alle woorden waarvan je de betekenis niet kent.
- Beantwoord de vragen (reflecteren)
timer
15:00
Vragen
Beschrijven de auteurs feiten of meningen?
Op welke punten verschillen de auteurs van mening?
Welke tekst is het meest bruikbaar bij het schrijven van een artikel of verslag over het onderwerp en waarom?
Welke tekst is betrouwbaarder en waarom?
Met welke auteur ben je het het meest eens en waarom?
Plus opdracht
Als je tijd over hebt, zoek je de betekenis van de gearceerde woorden. De betekenis van de woorden schrijf je bij het artikel.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Bespreken z.f.
Jullie hebben nu twee overtuigende teksten gelezen, één voor en één tegen. Bespreek alle antwoorden van de vorige opdracht met elkaar.
Op welke vlakken zijn jullie het eens of oneens en bespreek waarom. Beargumenteer waarom je iets vindt.
timer
10:00
Plus opdracht
Als je tijd over hebt, zoek je de betekenis van de gearceerde woorden. De betekenis van de woorden schrijf je bij het artikel.
Heb je deze opdracht al klaar, arceer ook bij de andere twee artikelen de moeilijke woorden en zoek de betekenis.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Wat is jouw standpunt? z.s.
Welke mening heb jij over het onderwerp? Denk daar goed over na en schrijf in één zin jouw stelling (mening) op papier.
Zoek in alle drie de artikelen (informerende tekst, overtuigende tekst vóór en tegen) argumenten die jouw stelling ondersteunen.
Arceer deze argumenten.
timer
10:00
Plus opdracht
Als je tijd over hebt, zoek je de betekenis van de gearceerde woorden. De betekenis van de woorden schrijf je bij het artikel.
Heb je deze opdracht al klaar, arceer ook bij de andere twee artikelen de moeilijke woorden en zoek de betekenis.
w.w.
Als je klaar bent met de opdracht en de tijd is nog niet om, mag je lezen uit je fictieboek.
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Opbrengsten
Slide 10 - Slide
Kies vooraf een aantal leerlingen die hun opbrengst van de les mogen delen.
Ze kunnen iets vertellen over iets dat ze geleerd hebben over hun gekozen onderwerp. Of wellicht hebben ze iets heel specifiek geleerd met betrekking tot het leerdoel of wellicht niet en dan kun jij als docent nog e.e.a. aanvullen. Ook kan er iets gezegd worden over het samenwerken en de voorbereiding. Als een leerling geen voorbereiding heeft gedaan kun je dat als leerpunt nemen en bespreken wat dat voor effect heeft gehad op de les. Ook obstakels mogen benoemd worden, hoe had een leerling dat kunnen oplossen etc.
Afsluiting en vooruitblik
Vandaag hebben we gereflecteerd op verschillende teksten over hetzelfde onderwerp.
Volgende les gaan we zelf een tekst schrijven.
Voorbereiding: neem de artikelen van vandaag mee. Alle onbekende woorden uit de drie artikelen zijn gearceerd (minimaal 5). Bij het artikel schrijf je de betekenis op.