What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H2.9 SPELLING
Zet je telefoon op stil en pak je leesboek.
Leg ook Talent + je schrift op tafel.
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Zet je telefoon op stil en pak je leesboek.
Leg ook Talent + je schrift op tafel.
Slide 1 - Slide
Lees in je leesboek.
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
10:00
Slide 2 - Slide
10 min. stil lezen
Werkwoordspelling 2.9:
herhaling
pv
t.t. en v.t.
Wat gaan we doen?
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen?
Leerdoelen
Je kan de persoonsvorm in de
verleden
(v.t.) en
tegenwoordige
tijd (t.t.) spellen.
Je kan Engelse werkwoorden vervoegen
Slide 4 - Slide
3
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Spelling van de persoonsvorm
Welk onderwerp hoort erbij? Enkelvoud of meervoud?
In welke tijd staat het? Tegenwoordige of verleden tijd?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
vergelijk de zinnen:
De man
verbreedde
het pad.
Het
verbrede
pad was alsnog te smal.
Hij
ontkent
verliefd te zijn.
De
ontkende
verliefdheid brak hem op.
verbreedde = PV VT
verbreed + de
verbrede = VD als BN
zo kort mogelijk
ontkent = PV TT
ontken + t
ontkende = VD als BN
-d (verlengproef) + e
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Brett verhuist naar Spanje vanwege het weer!
A
is goed, tegenwoordige tijd
B
neej! man, man! het moet verhuisd zijn!
C
rustig! het is fout, want het is voltooid deelwoord
D
kzouutffniewetu
Slide 12 - Quiz
Engelse werkwoorden
Ik heb jaren als webdesigner (freelancen)
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd
Slide 13 - Quiz
Simone is naar Friesland verhuist/verhuizt/verhuisd
A
verhuizd
B
verhuist
C
verhuisd
Slide 14 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 15 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 16 - Quiz
De kat heeft mij gekrabt/gekrabd...
A
Het moet zijn gekrabt
B
Het moet zijn gekrabd
C
Het mag hier allebei
D
Paniek! ik weet het niet!
Slide 17 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 18 - Quiz
Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels
B
Volgens de Engelse spellingsregels
C
Volgens aparte spellingsregels
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.
Slide 19 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.
Slide 20 - Quiz
Welk Engels werkwoord is correct gespeld?
A
Hij racet naar huis.
B
Ik downloadt die file wel even voor je?
C
Hij heeft de overwinning geclaimt.
D
Zij flirte met hem.
Slide 21 - Quiz
Werkwoordspelling ...
Blijft het lastig?
Bekijk dan het filmpje '
Werkwoordspelling, de ultieme uitleg
' op de volgende slide!
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
More lessons like this
H4.5 SPELLING
March 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H4.5 SPELLING1
March 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2b par 4.5 les 1 herh werkwoordspelling
April 2021
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling ww-spelling
August 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
A3 wk 36 les 2 ww spell
September 2022
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4.5 SPELLING wwspelling en tussen -n
April 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
SPELLING havo 3
September 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 3 : Teksten nalezen met aandacht voor de (werkwoord)spelling
September 2022
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Secundair onderwijs