This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Afsluitende les 'cellen'
Context: topsport
osmose
Slide 1 - Slide
Wat heeft jouw lichaam nodig om als topsporter te kunnen presteren?
Slide 2 - Open question
Zuurstoftransport
Gebonden aan (eiwit) hemoglobine in rode bloedcellen
Slide 3 - Slide
EPO
Wordt in je nieren gemaakt
Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen
Slide 4 - Slide
Rode bloedcellen zijn de enige cellen in ons lichaam zonder celkern. Wat is daarvan het voordeel?
A
Geen mutaties in DNA
B
Meer ruimte voor zuurstof
C
Kunnen makkelijker door je bloedvaten
Slide 5 - Quiz
Wat is het nadeel van het niet hebben van een celkern?
A
Cel kan niet zelf delen
B
Cel kan niet zijn eigen eiwitten aanmaken.
Slide 6 - Quiz
Spieren
In je spieren worden brandstoffen (met zuurstof) verbrand
Door dit proces kunnen de spiereiwitten hun werk doen
Slide 7 - Slide
Een deel van een veel gebruikt spiereiwit heeft de volgende code in het DNA: CCCCACTTCCTGTTGGAC Noteer de namen van de eerste twee aminozuren die hier worden aangemaakt
A
Methionine, Alanine
B
Proline, Histidine
C
Glycine, Valine
Slide 8 - Quiz
Tijdens welke fase van de celcyclus verandert een cel uit het beenmerg in een rode bloedcel?
A
S-fase
B
G2-fase
C
G1-fase
D
Celspecialicatiefase
Slide 9 - Quiz
Nut van EPO als doping
Uit recent onderzoekt zou blijken dat EPO niet leidt tot verbeterde (fiets)prestaties
Slide 10 - Slide
Hoe zou het kunnen komen dat sporters na het nemen van EPO niet sneller een berg op fietsen dan sporters die geen EPO hebben genomen?
Slide 11 - Open question
Osmose en zalm
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Welk dier uit de afbeelding kan zijn osmotische waarde het best zelf regelen?
A
Krab
B
Kikker
C
Paling
Slide 14 - Quiz
Als ik een aardappelstaafje in het (hete) frituurvet doe dan wordt het geen goede patat. Door de grote hoeveelheid water wordt het te slap. Wat kan ik doen om de patat 'goed te prepareren'?