Formuleren H2 - les 1

Formuleren H2
foutieve samentrekkingen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Formuleren H2
foutieve samentrekkingen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • samen startopdracht
  • uitleg theorie
  • herhaling werkwoordspelling (voltooid deelwoord als bvnw, facultatief)
  • spel
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

doel
  • Ik kan foutieve samentrekkingen in een zin herkennen en verbeteren.

Slide 3 - Slide

startopdracht 
Onderstaande zinnen zijn fout. Leg uit waarom:
1 Hij hield van haar en haar handen vast.
2 Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje.
3 Hier maakt men fietsen en grappen.

Slide 4 - Slide

samentrekking
Als in een samengestelde zin (zin met twee persoonsvormen) dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weg laten:

Ik vind de herfst een fijn seizoen en ik vind de winter minder prettig.

Slide 5 - Slide

wanneer samentrekken?
1 de weggelaten woorden hebben dezelfde functie (ow, pv, ...):
   De man struikelde over een boomstronk en de man viel.
       o                                                                                         o

2 de weggelaten woorden hebben dezelfde betekenis :
     Hij maakt fietsten en grappen.
     fietsen maken (=repareren) <-> grappen maken

3 de weggelaten woorden hebben hetzelfde getal (ev/mv):
    De docent is streng, maar de docent is rechtvaardig.
                ev                                                 ev

Slide 6 - Slide

stappenplan samentrekking
Stap 1: Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.
Stap 2: Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de samengetrokken                 woorden in het eerste deel van de  zin.
Stap 3: Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de samengetrokken                 woorden in het tweede deel van de zin.
Stap 4: Controleer of de functie, betekenis en het getal in beide gevallen                         hetzelfde zijn. Ja? -> correcte samentrekking
                                             Nee? -> foutieve samentrekking -> weggelaten                                                                                woorden terugplaatsen 

Slide 7 - Slide

oefenen
correcte of foutieve samentrekking?

Slide 8 - Slide

Roel heeft hoge cijfers en heeft er hard voor gewerkt.
A
correct
B
foutief

Slide 9 - Quiz

De docent heeft de toets nagekeken en een hond en een kat
A
correct
B
foutief

Slide 10 - Quiz

Zij heeft een ladder in de schuur en in haar panty.
A
correct
B
foutief

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving

Slide 13 - Slide

zelfstandig werken
weektaak: 
Hoofdstuk 2 
Formuleren: opdracht 1 t/m 3

facultatief: werkwoordspelling voltooid deelwoord als bvnw

Slide 14 - Slide