21-23 nov 23 Leesvaardigheid H1 Talent en spelling aaneenschrijven
T G 3 D
Welkom
21 nov
Pak een wisbordje!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
T G 3 D
Welkom
21 nov
Pak een wisbordje!
Slide 1 - Slide
Leerdoelen deze week
Spelling: je weet wanneer je een woord aan elkaar schrijft, ook bij voorzetsels;
Je weet in een samenstelling wanneer je een tussen-n of tussen-s schrijft;
Je hebt de theorie van leesvaardigheid herhaald van klas 2 (onderwerp, hoofdgedachte, alinea's, inleiding, slot en tekstverbanden)
Slide 2 - Slide
Huiswerk
1. toneelstuk uitlezen en opdrachten t/m 20 maken
2. schrijfopdracht 21: inleveren uiterlijk woensdag 22 november 21.00 uur
3. opdrachten 1, 3 en 5 van hoofdstuk 4.9 werkwoordspelling (volt.dw en tegenw.dw als bijv.nw)
4. Boek Talent meenemen deel A en B.
Slide 3 - Slide
Startopdracht:
Schrijf de woorden correct op:
concentratie + problemen
fiets + rek
gerst + bier
gedachte + sprong
Slide 4 - Slide
Spelling van samenstellingen
Wat is een samenstelling?
Twee (of meer) woorden die samen een 'nieuw' woord vormen
Samenstelling schrijf je aan elkaar.
(hst 5, spelling)
Slide 5 - Slide
Er (hier, daar, waar) + voorzetsel
ernaar, daardoor, hierlangs: in principe aan elkaar
maar: los schrijven als vz deel is van een splitsbaar werkwoord, bijv:
voorlezen => wie leest er voor?
en ook: los schrijven als het vz bij een ander zinsdeel hoort, bijv:
Hij zat achter in de auto. ('in' hoort bij 'in de auto')
Hij zat achterin. ('in' hoort niet bij een ander zinsdeel)
Slide 6 - Slide
Samenstellingen met tussen-n en tussen-s
Tussen-s als je 'm hoort: 'dorpsplein' dus ook 'dorpsstraat'
Tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een zn is met meervoud op -en: fietsenrek, boekenkast
Geen tussen-n:
als het eerste woord geen meervoud heeft: tarwegras, gerstebier
als het eerste woord een mv heeft op -s of op -en én s: gedachte => gedachtes of gedachten => dus: gedachtesprong ziekte=> ziekten of ziektes => dus: ziektekiem
Slide 7 - Slide
Samenstellingen met tussen-n en tussen-s (2)
Geen tussen-n:
als het eerste woord een bijv.nw is met versterkende functie: beregezellig, boordevol
als het eerste deel géén zelfst.nw is: spinnewiel, blindedarm
als het iets unieks betreft: zonnestraal (we zien maar één zon)
als het een 'versteende samenstelling' is (een samenstelling waarin we de betekenis van de losse onderdelen niet meer herkennen): bakkebaard, bolleboos, dageraad
Slide 8 - Slide
Regels tussenletters samenstelling
bij sommige samenstellingen een -s: machtsvertoon dus ook: machtsstrijd
Regel:
je hoort een -s, dus je schrijft 'm
bij veel andere samenstellingen een -n of -en: vriendendienst en berenkuil
Regel:
-en als eerste deel een zelfst. nw is met meervoud op -en
Slide 9 - Slide
Géén -en, maar een -e als eerste deel....
géén mv heeft: roggebrood (want 'rogge')
Er maar één van (zichtbaar) is (zon): zonnestraal
Als eerste deel (ook) een mv op -es heeft: asperges, ziekten/-es: aspergesoep, ziektekiem
Als het eerste deel géén zelfst. nw is: blindedarm
Als het eerste deel een versterking is van bijv.nw: boordevol.
Slide 10 - Slide
DUS: de tussenletter -n schrijf je als:
Het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is enalléén een meervoud heeft op -EN.
3 uitzonderingen:
1. Er is er maar één van (zonnestraal / koninginnedag)
2. Het woord is niet meer als samenstelling te herkennen (schattebout / spillebeen)
3. Eerste deel versterkt het tweede deel (apetrots / beresterk)
Slide 11 - Slide
Schrijf op je wisbordje:
Dicteewoorden
Slide 12 - Slide
Herhaling theorie leesvaardigheid (1)
Het onderwerp van een tekst bepalen
Leesstrategieën: Globaal/verkennend, nauwkeurig, zoekend en studerend lezen
Deelonderwerp van een alinea bepalen
Hoofdgedachte van een tekst bepalen (feitelijke info bij informatieve tekst; mening bij betogende tekst)
Inleiding en het slot van een tekst herkennen
Tekstdoelen in een tekst herkennen (activ/overt/inform/amus)
Informatie uit illustraties en tabellen duiden
Slide 13 - Slide
Herhaling theorie leesvaardigheid (2)
Functies van inleiding (ow aankondigen, aanleiding, mening, samenvatting, centrale vraag)
Functies van slot (conclusie, samenvatting, advies, toekomst)