Concepten HS 8 & 9

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Conceptenquiz

Activeren van voorkennis (wat weet je al)

Testen hoe goed je de concepten kent

Concepten worden belangrijk op het SE (1/3 = concept)

Vraagstuk over de manier waarop mensen zich van elkaar onderscheiden ....(etc.)

1. Bindingsvraagstuk
2. Verhoudingsvraagstuk
3. Vormingsvraagstuk
4. Veranderingsvraagstuk

Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben....

1. Sociale ongelijkheid
2. Socialisatie
3. Sociale cohesie
4. Binding

=

Zet het proces op de goede volgorde.

Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun relaties reguleren

1. Sociale ongelijkheid
2. Sociale institutie
3. Sociale cohesie
4. Binding

Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om eigen doelen te bereiken en....

1. Gezag
2. Ideologie
3. Conflict
4. Macht

Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om eigen doelen te bereiken en.... (maak af)

Een situatie waarin kenmerken van mensen consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie

1. Sociale institutie
2. Sociale cohesie
3. Sociale ongelijkheid
4. Socialisatie

Conflict

Representatie

Democratisering

situatie waarin partijen elkaar tegenwerken

Om hun eigen doelen te bereiken

De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties

door één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden

Het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen

door een grotere inspraak van degene met minder macht

Vraagstuk over de richting en het tempo van de ontwikkelingen in een samenleving en de (on)mogelijkheid om deze te beïnvloeden.

1. Bindingsvraagstuk
2. Verhoudingsvraagstuk
3. Vormingsvraagstuk
4. Veranderingsvraagstuk

Het toenemen van het aantal regels in een maatschappij, bijv. het ontstaan van een verzorgingsstaat.

1. Sociale institutie
2. Institutionalisering
3. Democratisering
4. Socialisatie

Zet de omschrijving van sociale ongelijkheid in de goede volgorde. "Een situatie waarin.....

verschillen tussen mensen

in al dan niet aangeboren kenmerken

consequenties hebben voor

hun maat-schappelijke positie

en leiden tot een ongelijke verdeling van ....

Het toenemen van het aantal regels in een maatschappij, bijv. het ontstaan van een verzorgingsstaat.

1. Sociale institutie
2. Institutionalisering
3. Democratisering
4. Socialisatie

Geef de omschrijving van gezag.