02 Van product idee tot topproduct

Van product idee tot topproduct

Fase 1: komen tot een idee 

Fase 2: uitwerken van een receptuur. 

1 / 30
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Van product idee tot topproduct

Fase 1: komen tot een idee 

Fase 2: uitwerken van een receptuur. 

Slide 1 - Slide

fase 1 
Trend onderzoek
Assortiment analyse 
Enquête uitvoeren
Overleg met collega's
3 ideeën uitzoeken 
Overleg met praktijkopleider
Doelgroep onderzoek 
(Wat wil de klant)  

Slide 2 - Slide

Opdracht
Stap 1: Benoem 5 verschillende trends/ mogelijkheden om het assortiment op jouw werkplek te vernieuwen en geef een omschrijving van de trends/mogelijkheden en plaats deze bij opdracht 4 vraag 3.

Stap 2: Ga na welke activiteiten je op zou kunnen zetten om samen met collega's een product te ontwikkelen 
en plaats bij opdracht 4 vraag 5.

Slide 3 - Slide

Opdracht 4
voorbereiding panelgesprek
Inleveren vraag 1 t/m 6 
4 oktober

Slide 4 - Slide

Opdracht 1
Wanneer er 3 product ideeën ontstaan zijn ga je aan de slag met opdracht 1

Inleveren opdracht 
uiterlijk 29 november

Slide 5 - Slide

Opdracht 1


Na het uitwerken van de 3 ideeën ga je samen met je opleider kiezen voor 1 productidee van de 3 eerder bedachte ideeën. 
Dit product ga je ook daadwerkelijk maken om uiteindelijk tot een topproduct te komen!
Je gaat dus proefbakken.

Hoe sneller de keuze is gemaakt, des te sneller je verder kunt met de opdracht

Slide 6 - Slide

Downloaden opdracht
  • Teams
  • Map P2K2 Verbeteren Assortiment
  • Downloaden:
    -opdracht 1, 2, 3, 4
    -digitale lesboek, kwaliteit en aantrekkelijkheid producten bevorderen
    -Goedkeuring leerbedrijf
    -Kostprijsberekening
    -Doe het zelf etiket

Slide 7 - Slide

Is het al gelukt om tot 3 producten ideeën te komen om het assortiment te verbeteren?
Zo ja, welke ideeën zijn dit?

Slide 8 - Open question

Fase 2  productontwikkeling
Stap 1 Informatie verzamelen 
Stap 1 Informatie verzamelen

  • De grondstoffen, wat heb je nodig
  • Van welke leverancier komt de grondstof
  • Welke soort grondstof, wat zijn de verschillen
  • Gebruikte hoeveelheden
  • Wat wordt je basisrecept, waarmee je bakproeven gaat houden.  

Slide 9 - Slide

Stap 2 
Bakproeven
Specificeer de grondstoffen (leverancier en soort) 
Hoeveelheden 
Baktijden 
(Eventueel) Rusttijden 

Bij de bakproeven houdt je continue alles bij:
  • tijden
  • hoeveelheden
  • smaak
  • structuren enzz

Bovenstaande informatie neem je mee bij de volgende bakproef, hier vanuit ga je verder met de ontwikkeling.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Stap 3  
Juiste naam geven
  • Warenwetbesluit
    Denk hierbij aan de verschillende grondstoffen die je gebruikt

  • Brood besluit 
    Welke soorten bloem/meel gebruik je

Slide 12 - Slide

Hoe vaak heb je inmiddels je praktijkopleider gesproken over het nieuwe product?
Al heel vaak, bijna dagelijks. Ik weet precies wat te doen
3 keer.
Ik heb mijn opdracht uitgelegd, verder nog niets besproken. Actie ondernemen!
Ik heb nog niets besproken. Hoog tijd dat ik actie onderneem!

Slide 13 - Poll

Aan welk product werk je?

Slide 14 - Open question

Starten met bakproeven 


De komende weken ga je in het bedrijf aan de slag met het gekozen product, bakproeven, tot uiteindelijk een topproduct!

Slide 15 - Slide

Grondstoffen/ingredienten
BV Bloem  meel,
Zeeuwse bloem
Merk: Holland Meel 
Type: Zeeuwse bloem H 
PS: gebruik de site van de groothandel /specs plaza of via Sharepoint         E-nummers

Slide 16 - Slide

Waarom kies je voor deze grondstof. 
Motiveer waarom je kiest voor de grondstof. 

Bijvoorbeeld:
Minder glutenvormende eiwitten, waardoor het koekje drijvende eigenschappen heeft en makkelijker te verwerken is.  
Óf:
Deze bloemsoort heeft geen e nummers en/of toevoegingen. 

Slide 17 - Slide

Gebruik flexbase voor het uitwerken van deze opdracht!!

Slide 18 - Slide

Wat doet de grondstof in het product?
Oftwel wat is de functie van de grondstof?  
Zeeuwse bloem:
  • Samenhang en volume aan zanddeeg
  • Zetmeel zorgt voor binding, bloemeiwitten zorgen voor coaguleren. (stevigheid en gaarheid) 
  • Specifiek voor Zeeuwsebloem: Er zitten in Zeeuwse bloem minder eiwitten, waardoor de verwerking makkelijker gaat. 

Slide 19 - Slide

Welke allergenen zitten er in het product, check Teams (E-nummers) of verpakking product.

Slide 20 - Slide

Geef een onderbouwing waarom je kiest voor de grondstoffen die je in je product hebt verwerkt.  
Grondstoffen/ingredienten 
  • Welke grondstof, eventueel welk type?
  • Waarom deze keuze? 
  • Wat doet het in het product?
  • Welke allergenen bevat de grondstof? (check de verpakking)

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Zorg dat je:
  • De 3 ideeen in kaart hebt.
  • 1 idee daarvan in de praktijk gaat uitvoeren/bakproeven gaat houden.
  • Week 49, dat is 6 december,  Opdracht 1 in zijn geheel ingeleverd  via de mail.
  • Opdracht 4, vraag 16 afronden week 49.

Volgende week, in tweetallen:
  • Interview elkaar over het gekozen product
  • Presenteer elkaars gekozen product-idee mét daarbij de motivatie waarom dit product past en een toevoeging is in het bestaande assortiment.
    Zorg dat je erbij bent!

Slide 22 - Slide

Stap 4
Controleer of het product de juiste verkoopprijs heeft. 
Grondstofkosten 
Verpakkingskosten
Loonkosten
Overige kosten 
Winstopslag  

Bovenstaande ga je uiteindelijk berekenen met de kostprijsberekening, hier wordt een les aan besteed.

Slide 23 - Slide

Kostprijsberekening

Inhoudsopgave
Waarom een kostprijsberekening
Kostprijs of verkoopprijs
Kostprijsberekening
Grondstofkosten + afval
Loonkosten
verpakkingskosten (direct)
Indirecte kosten product
Indirecte verkoopkosten
winstopslag
BTW

Slide 24 - Slide

Definitie kostprijs
Definitie verkoopprijs 
Kostprijs is de som van alle noodzakelijke offers die gebracht moeten worden om een product te maken.

Verkoopprijs is het, met de afnemer, overeengekomen bedrag waarvoor de goederen/diensten zullen worden geleverd.
De markt bepaalt veelal de verkoopprijs. Als een kostprijs onder de verkoopprijs ligt zal winst worden gemaakt.

Slide 25 - Slide

Waarom een korstprijsberekening
De kostprijsberekening kan een aantal functies hebben zoals;

  • hulpmiddel bij het beoordelen van de verkoopprijs
  • beoordeling efficiency
  • beoordelen al dan niet uitbesteden;

Slide 26 - Slide

Directe kosten / 
Indirecte kosten 
Directe kosten:
  • Directe kosten kunnen direct aan het product worden toegerekend zoals:
  • grondstoffen
  • afval (geen verspillingen)
  • verpakkingskosten
  • loon van de productie.
  • vakantietoeslag, sociale lasten, pensioenpremie, reis- en kleding geld etc.
Indirecte kosten:
  • Indirecte kosten zijn niet direct toe te rekenen aan de producten zoals:
  • telefoonkosten,
  • verzekeringen
  • salaris winkelpersoneel

Slide 27 - Slide

Berekenen
Stap 1: Grondstoffen
Stap 2: Loonkosten
Stap 3: Verpakking
Stap 4: Indirecte kosten
Stap 5: Directe kosten
Stap 6: Winstopslag, Winstopslag kun je zelf aangeven.
Het heeft te maken met hoeveel je verkoopt en hoeveel marge je kunt vragen. Winstpercentage kan liggen tussen de 8% - 150%
Stap 7: BTW, Ander woord voor BTW is omzetbelasting, 9 %
Stap 8: Verkoopprijs bepalen

Slide 28 - Slide

Maak je eigen kostprijsberekening met behulp van het exel formulier
  • Downloaden op Sharepoint
  • Tabblad 1 berekening
  • Tabblad 2 grondstofkosten per kg
  • Tabblad 3 verkoopmateriaal 

Slide 29 - Slide



Ga aan de slag met je eigen product!

Slide 30 - Slide