What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Onderwerp + persoonsvorm
Taal
Vandaag herhalen we de persoonsvorm en het onderwerp.
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 5,6
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taal
Vandaag herhalen we de persoonsvorm en het onderwerp.
Slide 1 - Slide
De persoonsvorm is altijd een ...
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
voegwoord
Slide 2 - Quiz
Welke drie manieren ken jij om de persoonsvorm in een zin te vinden?
Slide 3 - Open question
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Marije pakte haar gitaar.
Slide 4 - Open question
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Zij was al laat voor haar muziekles.
Slide 5 - Open question
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Snel deed zij de gitaar in de hoes.
Slide 6 - Open question
Het onderwerp
Zara fietst naar school.
pv = fietst
Wie fietst? > Zara
onderwerp (ow) = Zara
Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet.
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar.
Je vindt het onderwerp met de volgende vraag:
Wie of wat + persoonsvorm
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wat is het onderwerp in deze zin:
Zij fluisteren.
Slide 9 - Open question
Wat is het onderwerp in de zin:
De roeiboot lekt.
Slide 10 - Open question
Wat is het onderwerp in de zin:
Het potlood breekt.
Slide 11 - Open question
Wat is het onderwerp in de zin:
Vliegen de piloten?
Slide 12 - Open question
Nu oefenen we nog met een paar langere zinnen.
Slide 13 - Slide
Wat is het onderwerp in de zin:
De cello ligt in de koffer.
Slide 14 - Open question
Wat is het onderwerp in de zin:
Hangt de kalender aan de muur?
Slide 15 - Open question
Wat is het onderwerp in de zin:
Aait oma het konijntje?
Slide 16 - Open question
Wat is het onderwerp in de zin:
De hond kwispelt met zijn staart.
Slide 17 - Open question
Persoonsvorm en onderwerp horen bij elkaar.
Hij oefent.
Zij oefenen.
Slide 18 - Slide
Mijn moeder ........... net als ik van taarten bakken.
A
houd
B
houdt
C
houden
D
gehouden
Slide 19 - Quiz
De leerlingen uit de klas van meester Kees ........ morgen naar de dierentuin.
A
gaat
B
ga
C
gaan
D
gegaan
Slide 20 - Quiz
Stijn en zijn broertje ........ voor een toneelstuk.
A
oefent
B
oefenen
C
oefen
D
geoefend
Slide 21 - Quiz
Stijn ........ voor een toneelstuk.
A
oefent
B
oefenen
C
oefen
D
geoefend
Slide 22 - Quiz
Hoe goed snap jij het vinden van het onderwerp in een zin?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 23 - Poll
More lessons like this
Thema 1, les 6 - PV, onderwerp en gezegde
September 2024
- Lesson with
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Onderwerp + persoonsvorm
April 2019
- Lesson with
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 5,6
Thema 1, les 5 - PV, onderwerp en gezegde
September 2024
- Lesson with
46 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 1, les 14 - PV, onderwerp en gezegde
September 2024
- Lesson with
44 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Onderwerp + persoonsvorm
February 2023
- Lesson with
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 5,6
Blok 2 - les 12
October 2024
- Lesson with
24 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5,6
Zinsontleding
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Grammatica - persoonsvorm
February 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2