Herhaling H4 grafieken en vergelijkingen

open je boek vast op blz 237
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

open je boek vast op blz 237

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Herhaling H4 grafieken en vergelijkingen

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
  • Herhaling Hoofdstuk 4.       (20 min)
  • D-toets maken.                        (25 min)
  • Lesafsluiting.                            (5 min)

Slide 4 - Slide

Opbouw H4
4.1: Omgekeerd evenredig
4.2: Allerlei formules en grafieken
4.3: Formules bij hetzelfde verband
4.4: Vergelijkingen oplossen

Slide 5 - Slide

4.1: Omgekeerd evenredig verband 

Slide 6 - Slide

Omgekeerd evenredig
Formule invullen

Tabel

Grafiek


Slide 7 - Slide

4.1: Omgekeerd evenredig verband


Vermenigvuldig boven 
en deel onder met 
hetzelfde getal.

Slide 8 - Slide

4.2 Allerlei formules en grafieken

Slide 9 - Slide

4.2 Allerlei formules en grafieken

Slide 10 - Slide

4.2 Allerlei formules en grafieken
in jaren

Slide 11 - Slide

4.3 formules bij hetzelfde verband
Soms heb je twee formules bij hetzelfde verband. Om te controleren of dat zo is, kies je eerst een verband uit en een willekeurig getal.

We gaan bij de formule B = 15 +2a een getal invullen in voor a. Wat is de uitkomst?

Daarna vullen we dat getal in bij de tweede formule. Komt bij a hetzelfde getal eruit als waar we mee begonnen waren?

Slide 12 - Slide

4.4 Vergelijkingen

Slide 13 - Slide

4.4 vergelijkingen oplossen
3 manieren:

-oplossen met grafieken
-oplossen met inklemmen
-oplossen met balansmethode

Slide 14 - Slide

4.4 Vergelijkingen oplossen
oplossen via grafieken

Slide 15 - Slide

4.4 Vergelijkingen oplossen
oplossen via inklemmen
a26a+8=4

Slide 16 - Slide

4.4 Vergelijkingen oplossen
oplossen via inklemmen

Slide 17 - Slide

4.4 Vergelijkingen oplossen
oplossen via inklemmen

Slide 18 - Slide

4.4 Vergelijkingen oplossen
oplossen via de balansmethode
DHL: kosten (euro's)= 3  x gewicht (kilo) +5 
PostNL: kosten (euro's)= 5,5 x gewicht (kilo) +2

Bij hoeveel kilo zijn deze bezorgdiensten even duur?

stap 1: schrijf de vergelijking op

              3g+ 5 = 5,5g + 2








Slide 19 - Slide

Nu oplossen!
Stap 2: Haal de variabele weg aan één kant. Begin daar waar je het minste van de variabele hebt.    

                        3g       + 5 =    5,5g       + 2
        -3g                     -3g
                                        5  =     2,5g +         2

Slide 20 - Slide

Next
Stap 3: Je gaat nu de losse getallen weghalen aan de kant van de variabele:

    5     =   2,5g + 2
-2                      -2
3         =   2,5g

Slide 21 - Slide

Ten slotte
Stap 3: Je wilt dat het getal voor de variabele 1 word. Dus je gaat delen door dat getal.

3      = 2,5g
: 2,5       :2,5
1,2  =  g
Dus bij 1,2 kilo zijn ze even duur.

Slide 22 - Slide

Los deze vraag op (5min)
timer
5:00

Slide 23 - Slide

Wie o wie 
4,10t   =    7,5   +     3,35t

Slide 24 - Slide

Oefenen (25min)
Maak de d-toets van Hoofdstuk 4  op blz 240

Bij vragen steek je je vinger op
Werk rustig en geconcentreerd

Wat niet af is mag je de volgende les afronden (wel minimaal 3 opdrachten deze les af ;-) )

timer
25:00

Slide 25 - Slide

Lesafsluiting

Vooruitblik na de vakantie:

Toetsweek: H2, H4, H7 (herhaling van alle verbanden)

Als je vast wilt oefenen: begin met vragen maken van H7



Slide 26 - Slide