The passive (lijdende vorm)

The passive tense (lijdende vorm)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

The passive tense (lijdende vorm)

Slide 1 - Slide

 Passive

When to use the passive:

-Wanneer wij willen vertellen wat er is gebeurt

-Wie het doet is niet belangrijk


Someone broke our kitchen window. > active
Our kitchen window was broken. > passive



Slide 2 - Slide

The passive 

Het onderwerp van de zin ondergaat iets.

Het onderwerp voert de actie niet uit.

Daarom staat het onderwerp niet meer vooraan in de zin.


Example

Our kitchen window was broken by a burglar.

Slide 3 - Slide

Hoe maak je een passive zin?

1. Het lijdend voorwerp uit de actieve zin vooraan zetten.

(wordt dus onderwerp!)

2. vorm van 'to be' toevoegen.
am/are/is/was/were/have-has been
Kijk goed in welke werkwoordtijd de zin staat.
3. Tweede werkwoord veranderen naar een voltooid deelwoord.

(= derde vorm)

4. Evt "by...." toevoegen



Slide 4 - Slide

Wie toevoegen

Wil je toevoegen 'wie' de actie uitvoert?

Dan kan je  'by' toevoegen en daarna de persoon/ding achter aan de zin zetten.


The shoplifter was caught by the police.

Slide 5 - Slide

Let op!
Wil je toevoegen wie de actie uitvoert en staat er een tijdsbepaling in de zin?
Dan komt eerste de persoon en dan de tijd.
Staat de tijd vooraan de zin, dan laat je deze zo staan.

This red bag was found by the old man  last night 
Last night this red bag was found by the old man 

Slide 6 - Slide

Examples: Active sentence. 

1. A burglar stole the bag
2. She delivers the letters
3. He delivered the package
3. We found your keys under the table
Passive sentence

1. The bag was stolen
2. The letters are delivered
3. The package was delivered
4. The keys were found under the table

Slide 7 - Slide

The shop ____ yesterday.
A
was opened
B
is being opened
C
has been opened
D
is opened

Slide 8 - Quiz

Verander naar passive:
My grandfather built this house in 1943.

Slide 9 - Open question

Verander naar passive:
The children ate all the sweets

Slide 10 - Open question

I know how to use the passive
A
Green
B
Orange
C
Red

Slide 11 - Quiz