What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
klas 3TL - bij Hfd. 1 het Bijvoeglijk naamwoord - uitleg en vragen
het Bijvoeglijk Naamwoord
Vorm en Plaats
van het Bijvoeglijk Naamwoord
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
het Bijvoeglijk Naamwoord
Vorm en Plaats
van het Bijvoeglijk Naamwoord
Slide 1 - Slide
Vorm
Hoe ziet het bijvoeglijk naamwoord er in het Frans ook alweer uit?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Welke vorm is goed?
Le _______ garçon.
A
petits
B
petit
C
petite
D
petites
Slide 4 - Quiz
Welke vorm is goed?
Les ________ filles.
A
jeune
B
jeun
C
jeunes
D
jeuns
Slide 5 - Quiz
Welke vorm is goed?
Les ________ écoles (v).
A
grandes
B
grands
C
grand
D
grande
Slide 6 - Quiz
Welke vorm is goed?
Une ________ maison.
A
belle
B
beau
C
beaux
D
belles
Slide 7 - Quiz
Welke vorm is goed?
La prof ________.
A
heureux
B
heureuse
C
heureus
D
heureuses
Slide 8 - Quiz
Welke vorm is goed?
Les pantalons _______?
A
gris
B
griss
C
grise
D
grises
Slide 9 - Quiz
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
J'ai un père _____________ [sportif]
Slide 10 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Tu aimes mes chaussures (v) _____________ ? [noir]
Slide 11 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
J'ai eu une _____________ note pour la dictée d'anglais. [bon]
Slide 12 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Vous avez une _____________ maison . [beau]
Slide 13 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Elles sont des filles _____________. [sérieux]
Slide 14 - Open question
Plaats
Waar moet het bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin staan?
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
VÓÓR het zelfst. nmw. komen:
Bon
-
GRAND
-
Petit
premier
-
dernier
-
joli
jeune
-
VIEUX
-
NOUVEAU
mauvais
-
LONG
-
beau
Slide 17 - Slide
Wat is de juiste volgorde?
A
Une dame vieille
B
Une vieille dame
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Les jeunes filles
B
Les filles jeunes
Slide 19 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Un petit garçon
B
Un garçon petit
Slide 20 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Un bleu jean
B
Un jean bleu
Slide 21 - Quiz
Maak een goede zin.
Une _______ table _______ (noir)
Slide 22 - Open question
Les ________ voitures ________ (nouveau)
Slide 23 - Open question
Des ________ chaussures ________ (rouge)
Slide 24 - Open question
Une ________ montagne _______ (grand)
Slide 25 - Open question
La ________ fois_______ (premier)
Slide 26 - Open question
Les _________ filles ________ (anglais)
Slide 27 - Open question
VOOR
ACHTER
joli
grand
long
dernier
jaune
hollandais
amoureux
heureux
Slide 28 - Drag question
1 Il y a deux _____________ garçons _____________ dans la classe. -->
2 Vous arrivez dans une _____________ zone _____________ . -->
3 J'ai reçu un _____________ cadeau _____________ de ma copine. -->
4 Ce sont des pulls pour des _____________ hommes ____________. -->
5 Tu préfères les _____________ robes _____________? -->
6 Fabienne est une _____________ fille _____________. -->
Plaats van het bijvoeglijk naamwoord : Voor of achter? Sleep het woord achter de zin naar de goed plek.
nouveaux
dangereuse
joli
vieux
bleues
jeune
Slide 29 - Drag question
1 C'est un appartement joli
2 Ses premiers chansons sont en anglais.
3 C'est un confortable hôtel.
4 Tu as une bonne idée.
5 Ici, il y a des sympas profs.
6 Elle est une jalouse fille.
7 J'ai une petite soeur.
PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.
Slide 30 - Drag question
1 une question difficles
2 Ce gâteau est bon.
3 Je vois des filles françaises.
4 La voiture est noir.
5 Les actrices sont amusantes..
6 J'ai eu une mauvais note.
7 On a un chien gentille.
VORM van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.
Slide 31 - Drag question
More lessons like this
3E - vr. 27/9/2024
September 2023
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3C - wo. 27/9/2023
September 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Poort 3 mavo Formatieve toets - bijvoeglijk naamwoord
August 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
Oefenen bijvoeglijk naamwoord H2
February 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Trinitas G2 - Bijvoeglijk naamwoord
February 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord
September 2024
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3H Bron D Grammaire et écrire
February 2024
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chpt 2 - het bijvoeglijk naamwoord (bron D) - herhaling
November 2022
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2