Mens en gezondheid hoofdstuk 5.

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mens en gezondheid

Hoofdstuk 5: Diëten en voedingspatronen.

Doelen:

De leerlingen weet welke de verschillende soorten diëten.

De leerling weet wat je mensen kan adviseren over afvallen.

De leerling is op de hoogte van eetstoornissen.

De leerling weet meer over lightprodukten.

Soorten diëten:

1. Voedingsstofbeperkend dieët.

2. Voedingsstofverrijkend dieët.

Meneer Jansen heeft een natriumarm dieet. Dit is hetzelfde als een

1. Zoutarm dieet.
2. Caloriearm dieet.

Meneer Jansen heeft een energiebeperkt dieet. Dit dieet heeft minder

1. Voedingsstoffen.
2. Caloriën.
3. Voedingsmiddelen.
4. Vocht.

Joris is allergisch voor gluten en heeft een glutenvrij dieet.
Wat zitten vooral gluten in?

1. in producten waar granen in zitten.
2. In producten waar veel koemelk in zit.

Bevat een energieverrijkt dieet meer of minder calorieën

1. Meer calorieën
2. minder calorieën

Als je koemelkallergie hebt dan ben je allergisch voor:

1. Melk
2. Insuline
3. Lactose
4. Glucose

Opdracht:

Lees blz. 197 t/m 201.

Maak opdracht 5.01 t/m 5.03 (blz. 198 t/m 201).

Opdracht 5.02 antwoorden in boek op blz. 199 zoeken.

Opdracht onderzoek:

Uitleg opdracht.

Uitvoeren in groepjes.

Opdracht:

Lees blz. 204.

Maak opdracht 5.06 (blz. 205).

Eetstoornissen:

Je bent uit balans omdat je problemen hebt met je voeding en gewicht.

Eetstoornissen:

Anorexia.

Boulimia nervosa.

Clement, een jongen met Anorexia

Leg uit wat het jij effect is: Het lichaam zit in overlevingsstand, alle voedingsstoffen worden opgeslagen als vet. Je lichaam verbrandt energie nu langzamer. Als je dan weer normaal gaat eten zit het lichaam nog in de overlevingsstand en heeft een langzame stofwisseling daardoor heeft het lichaam minder energie nodig. 

Opdracht:

Lees blz. 207 t/m 210.

Maak opdracht 5.09 en 5.10 (blz. 208 en 209).

Jan eet voeding waar hij niet goed tegen kan. Hij heeft nu buikkrampen en een beetje diarree.
Jan heeft een:

1. Voedselallergie.
2. Voedselintolerantie.

Om welke voedselallergie gaat het hier?

1. Gluten allergie
2. Notenallergie
3. Weekdieren allergie
4. Graanallergie

Om welke voedselallergie gaat het hier?

1. Pinda allergie
2. Notenallergie
3. Weekdieren allergie
4. Schaaldierenallergie

Om welke voedselallergie gaat het hier?

1. Melk allergie
2. Soja allergie
3. Mosterd allergie
4. Noten allergie

Om welke voedselallergie gaat het hier?

1. Pinda allergie
2. Soja allergie
3. Weekdieren allergie
4. Noten allergie

Wat is een voedselallergie?

1. het immuunsysteem is overactief
2. het afweersysteem slaat op hol

Opdracht:

Lees blz. 215 t/m 216.

Maak opdracht 5.15, 5.16 en 5.17 (blz. 217 t/m 219).

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.

'Een dieet heeft altijd als doel om af te vallen'

1. Waar
2. Niet waar