Hart- en vaataandoeningen geneesmiddelen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Cursus 5 DAMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een normale bloeddruk is
A
80/120 RR
B
120/80 RR
C
100/80 RR
D
140/80 RR

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen een systolische en dialstolische bloeddruk

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Welke factoren kunnen een hoge bloeddruk veroorzaken?

Slide 6 - Open question

Noem de 4 groepen antihypertensiva's

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Waarom moet een Diuretica altijd 's morgens worden ingenomen?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voorbeeld van een ACE remmer?
A
enalapril
B
metoprolol
C
Captopril
D
acetylsalicylzuur

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Welke van de onderstaande middelen is een calciumantagonist?
A
Metoprolol
B
enalapril
C
furosemide
D
Amlodipine

Slide 15 - Quiz

antihypertensiva en geneesmiddelen?

Slide 16 - Mind map

Er bestaan verschillende soorten cholesterol. Wat is de "slechte"
A
HDL
B
LDL
C
VLDL

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is een veel voorkomende bijwerking van
cholesterol-verlagende middelen?
A
afgenomen urineproductie
B
vettige stoffen in de ontlasting
C
spierpijn
D
hartkloppingen

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide