24 september AN cellen, transport en weefsels

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

Om de stofwisseling te ondersteunen, bevinden zich in het cytoplasma:

1. organellen
2. chromosomen
3. genen
4. erfelijke informatie

Een menselijke celkern bevat

1. 46 chromosomen
2. 20 chromosomen
3. 25 chromosomen
4. 30 chromosomen

Het vocht binnen de cel noem je intracellulaire vloeistof

1. Waar
2. Niet waar

Het vocht buiten de cel noem je cellulaire vloeistof

1. Waar
2. Niet waar

Bij reductiedeling verdubbelen de chromosomen zich niet.

1. Waar
2. Niet waar

De geslachtschromosomen bepalen of een nieuw mens een jongen of een meisje wordt.

1. Waar
2. Niet waar

De geslachtscellen van een man bevatten één X-chromosoom en ''een Y-chromosoom

1. Waar
2. Niet waar

Weefsels zijn onderling verbonden groepen cellen van gelijke soort en met verschillende taken.

1. Waar
2. Niet waar

Dekweefsel = epitheelweefsel

1. Waar
2. Niet waar

Taken van dekweefsel

1. beschermen, afscheiding
2. uitwisselen en waarnemen
3. uitwisselen en afscheiding
4. Zowel A als B

Klier met afvoerbuis leveren stoffen voor binnen in het lichaam

1. Waar
2. Niet waar

Voorbeeld van een hormoonklier is

1. Talgklier
2. Zweetklier
3. Schildklier

Kubisch epitheel(dekweefsel) is:

1. wand van eierstok
2. wand van zweetklier
3. wand van speekselklier
4. A, B en C

😒🙁😐🙂😃