1C structuur en verbanden

Kern 1C structuur en verbanden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kern 1C structuur en verbanden

Slide 1 - Slide

Starttaak


Schrijf de antwoorden op in je schrift

  1. Wat is een alinea?
  2. Welke structuur in drie delen kom je bijna in iedere tekst tegen?


timer
10:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • Weet je uit welke onderdelen tekststructuur bestaan.
  • Heb je geoefend met het herkennen van de structuur van een tekst.
  • Heb je een tekst gelezen

Slide 3 - Slide

Lezen
Lees paragraaf 4 en 5 uit de cursus TAALGEBRUIK 
(handboek p.50-53)

Slide 4 - Slide

Welke fuctie kan een alinea hebben?

Slide 5 - Slide

Functies van een inleiding

Slide 6 - Slide

Middenstuk / kern

Slide 7 - Slide

Welke functie kan een slot hebben?

Slide 8 - Slide

Functies van het slot

Slide 9 - Slide

Nu jij.....
1C opdracht 3 t/m 13


Weektaak 
Leren handboek: blz 50 t/m 53
Maken 1C 4 t/m 13

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...


  • kun je verbanden in een tekst herkennen
  • Weet je wat signaalwoorden zijn
  • Herken je signaalwoorden in een tekst, zodat je kunt aangeven welk verband er wordt aangegeven in een tekst.

Slide 11 - Slide

Starttaak
Etui, planner, lesboek, leesboek, schrift open op tafel.

Terugblik

  1. Wat zijn de twee belangrijkste functies van een inleiding in een tekst?
  2. Welke drie functies kan een slot van een tekst hebben?

Klaar? Stillezen
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Deze week
Maandag:Instructie tekststructuur
Dinsdag: Instructie tekstverbanden en signaalwoorden
Vrijdag: Leesuur

Weektaak 18 maart
Leren handboek: blz 50 t/m 53
Maken 1C 4 t/m 13

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De huid van een geslacht dier wordt langduurig geweekt in stromend water, in een beekje. De huid wordt zacht. De huid wordt schoon. De huid gaat enkele weken in een bad van kalkwater. De haarwortels weken los. de vleesresten weken los. Die kun je er afschrapen met een mes. De schone huid wordt gespannen. Er ontstaat een strak vel. Het perkament wordt gepolijst met puinsteen. Het wordt gepolijst met kalksteen. Het perkament is glad. De ganzenveer strijkt lekker over het perkament.

Slide 15 - Slide

Samen verder lezen
  • Omcirkel de woorden die jouw helpen om de stappen van het proces van dierenhuid tot perkament te volgen.
  • Onderstreep de woorden die uitleggen waarom een stap nodig is.

Hoeveel koeien gaan er in 1 boek. 

Slide 16 - Slide

Signaalwoorden
verbindingswoorden

Slide 17 - Slide

Wat is een signaalwoord?
Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.

Slide 18 - Slide

Sommige zinnen, delen van zinnen of alinea's hebben met elkaar te maken.
Ze zijn met elkaar verbonden door signaalwoorden/ verbindingswoorden.

Slide 19 - Slide

Opdracht
Bij elk tekstverband schrijf je een zin.
Je hebt 8 zinsverbanden dus 8 zinnen, je mag 2 keer passen.
Je hebt straks 6 zinnen.

Slide 20 - Slide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Voordat ik vanmorgen naar school fietste dronk ik  een kopje koffie.

Slide 21 - Slide

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens, en, ook, bovendien


Slide 22 - Slide

Tegenstelling/ vergelijking
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Maar, terwijl, integendeel, enerzijds....anderzijds



Slide 23 - Slide

Oorzaak – gevolg / rede
Door, doordat, waardoor, te danken aan, omdat, daarom


Slide 24 - Slide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van


Slide 25 - Slide

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Slide 26 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals, denk aan, dit betekend

Esmee heeft dyscalculie. Dit houdt in dat zij moeite heeft met rekenen.


Slide 27 - Slide

Samenvatting 
Samengevat, kortom


Slide 28 - Slide

Conclusie
dus, concluderend, dan ook

Slide 29 - Slide

Nu jij.......

A: Lees blz 52 van je handboek goed door! Maak bij de verbanden die we niet behandeld hebben tijdens de instructie ook een zin!
B: Zoek in de tekst 'Lupin' naar tekstverbanden. Onderstreep de bijbehorende signaalwoorden. Noteer ook het tekstverband.
C: Zoek in de tekst 'Hoeveel koeien...' naar nog meer signaalwoorden. Onderstreep deze en schrijf ook het bijbehorende tekstverband op.

Klaar? Weektaak maken 3 t/m 13 ( 1C)
Ik loop rond om naar je zinnen te kijken die je tijdens de instructie hebt gemaakt.

Slide 30 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...


  • kun je verbanden in een tekst herkennen
  • Weet je wat signaalwoorden zijn
  • Herken je signaalwoorden in een tekst, zodat je kunt aangeven welk verband er wordt aangegeven in een tekst.

Slide 31 - Slide

Jouw meinig telt!

De Nederlandse uitgever van de Roald Dahlboeken vraagt om advies. De uitgever wil weten wat jij als lezer vindt van het wel of niet vervangen van 'gevoelige' woorden en/of zinnen in de boeken van Roald Dahl.
Jij schrijft je advies in een e-mail
  • 200 woorden
  • Inleiding: waarom je deze email schrijft, en wat je advies is
  • Middenstuk: licht je je advies toe. 
  • Slot: afsluiting met samenvatting of advies
  • Gebruik minimaal 5 signaalwoorden
  • Inleveren in ItsLearning

Klaar? weektaak
timer
20:00

Slide 32 - Slide