13.2 ademhaling

13.2 Ademhaling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

13.2 Ademhaling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Ik begrijp en kan uitleggen hoe verschillende organismen hun gaswisseling regelen

Ik kan het tegenstroom principe uitleggen

Ik begrijp hoe de gaswisseling bij planten werkt 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Organismen kunnen op 4 manieren ademhalen. Welke manieren ken je?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

spieren
trachee
stigma

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

In het achterlijf van een bij komen stigma voor. Door samentrekking van spieren wordt het achterlijf korter.

1. Wordt door deze samentrekking de druk in het ademhalingsstelsel hoger of lager?
2. En vindt er in- of uitademing plaats
A
druk wordt hoger, er vindt inademing plaats
B
druk wordt hoger, er vindt uitademing plaats
C
druk wordt lager, er vindt inademing plaats
D
druk wordt lager, er vindt uitademing plaats.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tegenstroomprincipe

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe ademt een vis? Zet de zinnen in de juiste volgorde.
 
1.
2.
3.
4.
5.
6.
De vis doet de bek dicht.
De vis opent de kieuwdeksels.
De vis heeft de kieuwdeksels dicht.
De vis perst water door de kieuwen naar buiten.
Er stroomt water in de bek van de vis.
De vis doet de bek open.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Waarom verloopt de gaswisseling beter in het tegenstroomprincipe dan wanneer bloed en water in dezelfde richting stromen?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

In de kieuwen van een vis vindt gaswisseling plaats door diffusie. Welke uitspraak over diffusie is juist?
A
Bij diffusie stroomt zuurstof van een lage naar een hoge concentratie.
B
Bij diffusie stroomt zuurstof van een hoge naar een lage concentratie
C
Bij diffusie stroomt zuurstof van het bloed in de kieuw naar het water
D
Diffusie vindt plaats in de kieuwboog

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bij het wijn maken vergeet ik de fles af te sluiten.

Welk proces vindt hierdoor plaats in de gistcellen?
A
melkzuurgisting
B
alcoholische gisting
C
verbranding
D
gisten

Slide 18 - Quiz

Verbranding, want de andere processen vinden alleen plaats bij tekort aan zuurstof. Hier is de fles open, dus er is zuurstof en dan levert verbranding de meeste energie
glucose + zuurstof ----> water+koolstofdioxide+ ENERGIE
Heb je de stof begrepen?
A
Ja
B
Nee, maar ik wil het eerst zelf proberen
C
Nee, ik heb hulp nodig

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions