13.2 Ademhaling

Welkom V2A
timer
3:00
  • Eten en drinken in je tas
  • Hang je jas over je stoel
  • Doe je telefoon en oordopjes in je tas
  • Computer blijft in tas


  • Pak je boek
  • Pak je map voor  aantekeningen
  • Pak een pen
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom V2A
timer
3:00
  • Eten en drinken in je tas
  • Hang je jas over je stoel
  • Doe je telefoon en oordopjes in je tas
  • Computer blijft in tas


  • Pak je boek
  • Pak je map voor  aantekeningen
  • Pak een pen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

13.2 Ademhaling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  1. Herhalen 13.1 Eten
  2. Uitleg 13.2 Ademhaling
  3. Maken opdrachten 13.2 Ademhaling

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 13.1

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Eten: welk dier hoort er niet bij?
  1. Leeuw
  2. Poes
  3. Schaap
  4. Haai

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: welk dier eet wat? Koppel het dier aan het verteringsstelsel. Schrijf op in je aantekeningen map
  • Hond
  • Varken
  • Paard

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

planteneters
vleeseters
alleseters
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Wat verandert er in de energiebalans wanneer ik snel ren?
A
U
B
B
C
T
D
P

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat verandert er in de energiebalans wanneer ik koorts heb
A
U
B
B
C
T
D
P

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de fotosynthese-reactie op
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

13.2 Ademhaling

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

13.2 Leerdoelen
  • Ik begrijp en kan uitleggen hoe verschillende organismen hun gaswisseling regelen
  • Ik kan het tegenstroom principe uitleggen
  • Ik begrijp hoe de gaswisseling bij planten werkt 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Organismen kunnen op 4 manieren ademhalen. Welke manieren ken je?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Vraag Ademhaling
Organismen kunnen op 4 manieren ademhalen. Welke manieren ken je?    TIP: noem de organen

Overleg in 2-tallen en schrijf je antwoord op in je aantekeningen-klapper.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Op welke manier halen insecten adem?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Insecten: ademhaling
Tracheeën = ademhalingsorganen van insecten; sterk vertakte buizen.
  • Stigma's = openingen van de tracheeën.

Ademhaling
Zuurstof gaat de tracheeën in en koolstofdioxide gaat de tracheeën uit doordat het achterlijf groter en kleiner wordt gemaakt. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

spieren
trachee
stigma

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

0

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Multiple choice vragen in 2-tallen
A = 1, B = 2, C = 3 en D = 4

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

In het achterlijf van een bij komen stigma voor. Door samentrekking van spieren wordt het achterlijf korter.
1. Wordt door deze samentrekking de druk in het ademhalingsstelsel hoger of lager?
2. En vindt er in- of uitademing plaats?
A
druk wordt hoger, er vindt inademing plaats
B
druk wordt hoger, er vindt uitademing plaats
C
druk wordt lager, er vindt inademing plaats
D
druk wordt lager, er vindt uitademing plaats.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Vissen: ademhaling
  • Koudbloedig --> minder O2 nodig
  • Gaswisseling door kieuwen d.m.v. diffusie
  • O2 uit  water --> in  bloedvat 
  • CO2 uit bloed --> in water
  • Tegenstroomprincipe zorgt voor optimale gaswisseling

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Diffusie
  • Uitwisseling O2 en CO2
  • Diffusie alleen bij  concentratieverschil
  • Diffusie stopt als de O2 in water en bloed aan elkaar gelijk is

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Tegenstroomprincipe

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Hoe ademt een vis? Zet de zinnen in de juiste volgorde.
 
1.
2.
3.
4.
5.
6.
De vis doet de bek dicht.
De vis opent de kieuwdeksels.
De vis heeft de kieuwdeksels dicht.
De vis perst water door de kieuwen naar buiten.
Er stroomt water in de bek van de vis.
De vis doet de bek open.

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Waarom verloopt de gaswisseling beter in het tegenstroomprincipe dan wanneer bloed en water in dezelfde richting stromen?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

In de kieuwen van een vis vindt gaswisseling plaats door diffusie. Welke uitspraak over diffusie is juist?
A
Bij diffusie stroomt zuurstof van een lage naar een hoge concentratie.
B
Bij diffusie stroomt zuurstof van een hoge naar een lage concentratie
C
Bij diffusie stroomt zuurstof van het bloed in de kieuw naar het water
D
Diffusie vindt plaats in de kieuwboog

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Video

Wat is fotosynthese?
Planten: ademhaling
  • Overdag fotosynthese
  • In de nacht verbranding
  • Huidmondjes (stomata) zorgen voor gaswisseling + verdamping water

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt koolstofdioxide (CO2)
de plant in?
A
Uit de lucht via de wortels en stengel.
B
Uit de lucht via een huidmondje.
C
Uit de grond via een huidmondje en stengel.
D
Uit de grond via de wortels en stengel.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Bij het wijn maken vergeet ik de fles af te sluiten.

Welk proces vindt hierdoor plaats in de gistcellen?
A
melkzuurgisting
B
alcoholische gisting
C
verbranding
D
gisten

Slide 36 - Quiz

Verbranding, want de andere processen vinden alleen plaats bij tekort aan zuurstof. Hier is de fles open, dus er is zuurstof en dan levert verbranding de meeste energie
glucose + zuurstof ----> water+koolstofdioxide+ ENERGIE
Heb je de stof begrepen?
A
Ja
B
Nee, maar ik wil het eerst zelf proberen
C
Nee, ik heb hulp nodig

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Maak van §13.2 de volgende opdrachten:
3, 4, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 17 & 18

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions