Beschrijf in eigen woorden het proces van de bloedstolling en gebruik hierbij je Binas 84O. Laat in je verhaal de volgende eiwitten terug komen: trombocyten (bloedplaatjes) tromboplastine, fibrinedraden, trombokinase, vit K, weefselfactoren, fibrinogeen, protrombine, trombine, fibrine (de eiwitten staan in willekeurige volgorde).
Beschrijf wat er aan de hand is bij de ziekte trombose.