Klinisch redeneren lever.

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 4

Wat weet jij nog van de lever?

Wat gaan we doen? 

• Theorie de lever en bloedwaarden. 
• Korte casus klinisch redeneren. 
• Vragen examens. 

Poortader. 

• Vena Portae. 
• Bloedvoorziening lever (Verzamelen veneuze bloed onderste deel slokdarm t/m bovenste deel van het rectum en bloed uit milt en pancreas) 

Als je medicatie of alcohol tot je neemt komt dit direct via de poortader in de lever terecht. Als je een zetpil inbrengt, gebeurt dat niet. Wat gebeurt er met de zetpil?

1. De zetpil komt door de darmperistaltiek in de dunne darm terecht.
2. De zetpil wordt geabsorbeerd door het rectumslijmvlies.
3. De darmflora neemt het medicament op en transporteert dit naar de poortader.

Lever. 

• Hepar. 
• Verbonden via buikvliesplooien en bindweefsel met diafragma, maag, voorste buikwand. 
• Leverhilus; poortader, leverslagader, leverbuis, lymfevaten en zenuwen. 
• Functie lever; stoffen omzetten, afbreken opgeslagen en reproduceren.  Bijna alle stoffen die het lichaam opneemt komen eerst langs de lever, voordat ze toegelaten worden tot de grote circulatie. Koolhydraatstofwisseling, vetstofwisseling, eiwitstofwisseling, opslag ( Vitamines A,D,E,K,B1, B2, B12, glycogeen, vetten, ijzer en koper) Ontgiften, uitsceheiden en produceren van gal, fagocytose ( door Kupffercellen, afbreken dode rode bloedcellen) Warmteproductie. 

Waar gebeurd er bij het ontstaan van ascitesvocht?

1. Verhoogde druk vena portae zorgt ervoor dat vocht en albumine in de vrije buikholte worden gedrukt.
2. Verhoogde druk holle ader, zorgt ervoor dat bloed, bloedplasma in de vrije buikholte wordt gedrukt.
3. Verhoogde druk in de lever zorgt ervoor dat er gal in de vrije buikholte wordt gedrukt.

Wat betekend Hepatitis?

1. Leverinsufficiëntie.
2. Levercirrose.
3. Ontsteking van de lever.

Casus. 

10 min. 

Vrouw 79

Verstoorde leverfuncties

VG; hypertheroïdie

hematurie (zonder aanwijsbare oorzaak)

myocardinfarct

Klachten; jeuk. 

Drinkt 2-3 glazen alcohol per dag. 

Vraag 1; wat zeggen deze waardes? 

Vraag 2; Waar zou hier sprake van kunnen zijn?  

Waar observeer je op wanneer er sprake is van een leveraandoening?

Lever. Les 2.