Bijvoeglijke bepaling

 Welkom bij Nederlands! 

Pak je leesboek, Kern en schrift vast voor je
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 Welkom bij Nederlands! 

Pak je leesboek, Kern en schrift vast voor je

Slide 1 - Slide

10 minuten stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

 Vandaag op het programma:

bijwoordelijke bepaling voorzetselvoorwerp

Slide 3 - Slide

 De bijwoordelijke bepaling

Slide 4 - Slide

 De bijwoordelijke bepaling
geeft extra informatie over het gezegde 
bijv. wanneer (tijd), waar (plaats) of waarom (reden) iets gebeurt
In 1 zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen voorkomen

Slide 5 - Slide

Waar + onderwerp + gezegde?
Wanneer + onderwerp + gezegde?
Waarom + onderwerp + gezegde?
Met wie/wat + onderwerp + gezegde?
De bijwoordelijke bepaling herkennen

Slide 6 - Slide

 voorbeelden 
Vanwege de kou / blijft / de school / morgen / dicht.
Bart heeft een weddenschap met Ingrid.
Hij werd tijdens de grote live-uitzending gekozen tot winnaar.
Demonstranten gingen in het hele land de straat op.
 


Slide 7 - Slide

oefenen 
Maak opdracht 8 van les 6
(blz. 28)

Slide 8 - Slide

Voorzetselvoorwerp 

Slide 9 - Slide

Voorzetselvoorwerp
  • Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een voorzetsel. 
  • Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel (luisteren naar, rekenen op, delen door, geven om). 
  • Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde.

Voorbeelden
  • Ik ben niet tevreden met deze computer.  --> tevreden zijn met
  • Lenny houdt al meer dan tien jaar van Kevin. --> houden van

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wij voetbalden vroeger altijd /op straat/
A
voorzetselvoorwerp
B
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quiz

Is het zinsdeel tussen haakjes
een voorzetselvoorwerp?

Waarom zou je / aan jezelf/ twijfelen?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Wat is hier het vzvw?
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Link

oefenen 

  • voorzetselvoorwerp oefenen --> maak van les 6 opdracht 9


Slide 16 - Slide

 De bijvoeglijke bepaling

Slide 17 - Slide

Lesdoelen
  • je weet wat een bijvoeglijke bepaling (bvb) is
  • je kan een bijvoeglijke bepaling in een zin benoemen

Slide 18 - Slide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.



De zelfverzekerde bokser | geeft | zijn jongere tegenstander | een dreun van jewelste.
        -------------->                                             ------->                                                        <-----------


Slide 19 - Slide

Bijvoeglijke bepaling
- Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welke/wat voor + het zelfstandig naamwoord?

Voorbeeld
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij onze voetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?) 
onze = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 20 - Slide

bijvoeglijke bepaling uitleg
Wat belangrijk is om te weten is dat:
- een bijvoeglijke bepaling kan uit één of meerdere woorden bestaan.
- er meerdere bijvoeglijke bepalingen in een zin kunnen staan.
- een bijvoeglijke bepaling altijd onderdeel is van een ander zinsdeel 
- Een bijvoeglijke bepaling is meestal een bijvoeglijk naamwoord, maar kan ook een bezittelijk voornaamwoord zijn, BV: mijn kat, jouw vriend, onze spullen. 

Slide 21 - Slide

Voorbeeld bijvoeglijke bepaling
De voetballer uit Nederland | heeft | een blauwe voetbal | weggetrapt.


  • uit Nederland is de bijvoeglijke bepaling van voetballer
  • Blauwe is de bijvoeglijke bepaling van voetbal.

Slide 22 - Slide

Even oefenen 
Maak opdracht 1 van les 36 uit je boek
(blz. 147)

Slide 23 - Slide

Samenvatting
De lesdoelen waren

  • je weet wat een bijvoeglijke bepaling (bvb) is
  • je kan een bijvoeglijke bepaling in een zin benoemen

Doelen bereikt?

Slide 24 - Slide

EINDE

Slide 25 - Slide