V4 herhaling Hoofdstuk 1

V4 herhaling Hoofdstuk 1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

V4 herhaling Hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Planning
Vandaag:
  • Herhalingsquiz h1
  • Binas tabellen
  • Examen opgaven boek maken

Woensdag:
  • Toets inzien
  • Extra examen opdrachten
  • Vragen/uitleg momentje

Slide 2 - Slide

De vier rijken zijn:
A
mensen, dieren, platen en schimmels
B
mensen, dieren, planten en bacteriën
C
planten, dieren, schimmels en bacteriën
D
planten, dieren, schimmels en virussen

Slide 3 - Quiz

Het antwoord staat in je BiNaS tabel 78

Slide 4 - Slide

Zet van klein naar groot
Molecuul
organel
cel
weefsel
orgaan
orgaanstelsel
organisme
populatie
levensgemeenschap
ecosysteem

Slide 5 - Drag question

Welke BiNaS tabel nummer kan je de verschillende dierlijke weefsels vinden?

Slide 6 - Open question

Wat is de functie van elk onderdeel van een plantencel? Leerdoel: Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
chloroplast
celkern

Slide 7 - Drag question

welke onderdeel heeft ook de dierlijke cel
A
chloroplast
B
celwand
C
grote vacuole
D
mitochondria

Slide 8 - Quiz

Celkern
Endoplasmatisch reticulum
Ribosoom
Mitochondrium
Celmembraan
Golgisysteem

Slide 9 - Drag question

BiNaS tabel 79

Slide 10 - Slide

waar is het endoplasmatisch reticulum een voortzetting van?
A
van de celmembraan
B
van de kernmembraan
C
van het Golgisysteem

Slide 11 - Quiz

Door welk organel wordt het verder afgemaakt en verpakt, zodat het op de juiste plek terecht komt?

A
Lysosoom
B
Transportblaasje
C
Chloroplast
D
Golgisysteem

Slide 12 - Quiz

Wat zijn lysosomen?
A
afgesnoerde blaasjes van het golgisysteem met eiwitten (enzymen) die in de cel blijven.
B
afgesnoerde blaasjes van het ruwe ER met eiwitten die nog niet hun definitieve vorm hebben.
C
afgesnoerde blaasjes van ribosomen met eiwitten die naar het ruwe ER gaan.
D
afgesnoerde blaasjes van het golgisysteem met eiwitten (enzymen) die de cel uit gaan.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

1: Mitochndria produceren ATP(energie) uit zonlicht
2: Chloroplasten produceren Glucose uit zonlicht
A
1 = juist, 2 = onjuist
B
1 = onjuist, 2 = juist
C
beide juist
D
beide onjuist

Slide 15 - Quiz

wat wordt er niet gebruikt bij de voortbeweging van de cel
A
schijnvoetjes/uitstulpingen, met behulp van cytoskelet
B
Ciliën/trilharen
C
Flagel/zweephaar
D
motoreiwitten

Slide 16 - Quiz

de bouw van een membraan
eiwitten
fosfolipide
koolhydraatketens
transporteiwit
hydrofoob
hydrofiel

Slide 17 - Drag question

Endocytose
Exocytose

Slide 18 - Drag question

Wat is diffusie?
A
Verplaatsing (van moleculen) van hoge concentratie naar lage concentratie
B
Verplaatsing (van moleculen) van lage concentratie naar hoge concentratie
C
Verplaatsing van water van hoge concentratie naar lage concentratie
D
Verplaatsing van water van lage concentratie naar hoge concentratie

Slide 19 - Quiz

Wat is osmose?
A
Verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan van hoge naar lage concentratie
B
Verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan van lage naar hoge concentratie
C
Verplaatsing van moleculen door een semi-permeabel membraam van hoge naar lage concentratie
D
Verplaatsing van moleculen door een semi-permeabel membraam van lage naar hoge concentratie

Slide 20 - Quiz

Osmose 

Slide 21 - Slide

Isotoon
Hypertoon
Hypotoon

Slide 22 - Drag question

Isotoon
Hypotoon
Hypertoon
Turgor
Grensplasmolyse
Plasmolyse

Slide 23 - Drag question

diffusie
passief via kanaaltje
actief via transport eiwit

Slide 24 - Drag question

Noem twee kenmerken van actief transport
A
Kost energie & gaat tegen het concentratieverval in
B
Kost geen energie en gaat met het concentratieverval mee
C
Kost energie en gaat met het concentratieverval mee
D
Kost geen energie en gaat tegen het concentratieverval in

Slide 25 - Quiz

Actief transport

Slide 26 - Slide

In welke volgorde doe je natuurwetenschappelijk onderzoek?
Onderzoeksvraag
Hypothese
Materiaal / Methode
Resultaten
Conclusie
Discussie

Slide 27 - Drag question

Binas 
Belangrijkste tabellen zijn:
76, 79, 80 en 86

Slide 28 - Slide