Onderdeel 1 Cursus 1 Meer dan lezen Paragraaf 6 Feit, mening, standpunt en argument

Onderdeel 1 Cursus 1 Meer dan lezen paragraaf 6 Feit, mening, standpunt en argument 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Onderdeel 1 Cursus 1 Meer dan lezen paragraaf 6 Feit, mening, standpunt en argument 

Slide 1 - Slide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 39 t/m 45)
- Je schrift 
- Je pen/etui

Heb je dit niet op tafel, dan zijn spullen niet in orde!
timer
2:30

Slide 2 - Slide

Doelstellingen:
  • Je leert feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in de tekst.

Slide 3 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/wat-is-het-verschil-tussen-een-feit-en-een-mening-feiten-staan-vast

Slide 4 - Slide

Feit:
Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is. Je kunt een feit controleren.

Bijvoorbeeld: 
Uit onderzoek blijkt dat voetbal een belangrijke rol speelt in het leven van miljoenen mensen in Nederland.

 Je kunt de waarheid van deze uitspraak controleren.

Slide 5 - Slide

Mening of standpunt
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt of hoe iemand ergens over denkt.

Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn.
Je herkent een mening aan woorden als ik vind en volgens mij

Bijvoorbeeld: 
Ik vind voetbal de leukste sport die er is.

Slide 6 - Slide

Argument
Als je uitlegt waaróm je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument. 

Een argument herken je aan woorden als want, omdat, namelijk en immers

Bijvoorbeeld
Ik vind voetbal de leukste sport die er is (mening), want ik houd van sporten met een bal en van sporten waarbij je moet samenwerken (twee argumenten).

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Tekst 1: Verplichte EHBO-cursus bij halen rijbewijs?!
  • We lezen samen tekst 1 :Verplichte EHBO-cursus bij halen rijbewijs?!

  • Maak opdracht 1  (vraag 1 t/m 19) 
  • We kijken samen na. 

timer
10:00

Slide 9 - Slide

Tekst 2 Bij jonge mensen blijft dit veel beter hangen
  • We lezen samen tekst 2 oriënterend 
  • We maken opdracht 2
  • We lezen samen tekst 2 helemaal
  • Maak opdracht 3 (opdracht 1 t/m 12)
  • We kijken samen na. 

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Tekst 3 Pop met borsten om reanimatie op vrouwen te trainen
  • We lezen samen tekst 3 oriënterend 
  • We maken opdracht 4

timer
4:00

Slide 11 - Slide

Fragment EditieNL
  • We kijken samen het fragment
  • Maak opdracht 5
  • We kijken samen na. 

timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Tekst 4 en Tekst 5: BHV Nederland en Het Rode Kruis
  • We lezen samen tekst 4 en tekst 5
  • Maak opdracht 6
  • We kijken samen na. 

timer
8:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Doelstellingen:
  • Je leert feiten, meningen, standpunten en argumenten in de tekst. 

Slide 16 - Slide

Leg uit wat het verschil is tussen een feit en mening?

Slide 17 - Open question

Feit of mening?
Ik vind Parijs de mooiste stad van Europa
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quiz

Feit of mening?
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 19 - Quiz

Feit of mening?
Het is mooi weer in Parijs
A
Feit
B
Mening

Slide 20 - Quiz

Wat is een argument en waarom is dit belangrijk voor een mening/standpunt?

Slide 21 - Open question

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 23 - Open question

Vragen?

Slide 24 - Open question