Perspectief hf 26

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Auteur, verteller en perspectief
In een literair werk wordt een verhaal verteld. Daarbij is het van belang dat we verschillende onderscheiden maken: 

- De auteur/ schrijver is de persoon die het literaire werk heeft bedacht en opgeschreven;
- De verteller is degene die in het boek het verhaal aan de lezer presenteert;
- Het perspectief is het standpunt van waaruit de verteller de gebeurtenissen beschrijft. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Perspectieven
In een verhaal vinden vaak veel gebeurtenissen plaats, waarbij meerdere personen zijn betrokken. Ieder personage beleeft deze gebeurtenissen op zijn eigen manier. 

Hoe je deze gebeurtenissen als lezer meekrijgt, hangt af van het perspectief waarvoor de schrijver kiest. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ik-perspectief: voorbeeld
Een ijskoude rilling was langs mijn ruggengraat omhoog gekropen. Op de gastenlijst komen voor het Feest is moeilijker dan geblinddoekt je rijexamen halen. Het verhaal gaat dat ze je van tevoren screenen, al heeft niemand een idee wie die ‘ze’ zijn en hoe dat screenen in zijn werk gaat. Hadden ze me de afgelopen weken in de gaten gehouden? Was ik al die tijd zonder dat ik het doorhad bekeken en afgeluisterd?
                                                (Uit: Zes seconden – Daniëlle Bakhuis)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Personaal perspectief: voorbeeld
Gieles probeerde zich een schuddende aarde voor te stellen. Een schuddend dak was hem niet vreemd. Als ‘s nachts zware vrachtkisten opstegen, bonkte het dak als een oude centrifuge. Gieles zapte weg van de aardbeving naar Animal Planet. Een vlooiende bonobo en haar jong zaten onder een boom. Zijn vriend Toon vertoonde overeenkomsten met apen.
                               (Uit: Glijvlucht – Anne-Gine Goemans)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voorbeeld auctoriale verteller
Met aanspreking: 
Zomer in Wentworth, Ohio. Oh boy, zie je het voor je? Zomer, hier in Poplar Street, die dwars door die befaamde, gebleekte Amerikaanse droom loopt, met de geur van hotdogs in de lucht en de uit elkaar gebarsten papieren hulzen van het vuurwerk van de Vierde Juli nog overal in de goot.

Het leven is zoals je het alleen maar kunt dromen, met Chevrolets op de opritten en biefstukken die in de koelkast liggen te wachten tot ze aan het begin van de avond op de barbecue achter in de tuin worden gelegd (en zou er appeltaart zijn voor dessert? Wat denk je?). (Regelaars S King)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wisselend perspectief
Hoofdstuk 1: Ik had deze vakantie moeten afzeggen. Sinds ik ben opgestaan, heb ik al het gevoel dat ik moet huilen. 
Hoofdstuk 2: Denkt Lilly nou echt dat ik haar niet zie janken? Wat een muts. Geïrriteerd wend ik me van haar af.
Hoofdstuk 3: ‘Anouk.’ Iemand fluistert mijn naam. Waar ben ik? Het is nacht. En donker. Maar aan de grillige zwarte schaduwen om me heen kan ik zien dat ik in een bos ben.
                                                     (Uit: Shock – Mel Wallis de Vries)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

opdracht
bladzijde 107
opdracht 3a en 
4a

Slide 18 - Slide