Gesprekken voeren: onderhandelingsgesprek lj1

Gesprekken voeren 
Onderhandelen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gesprekken voeren 
Onderhandelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Betekenis
Onderhandelen is zorgen dat twee of meer partijen samen iets besluiten, ook al hebben ze tegenstrijdige belangen.


Dit doe je met veel enthousiasme, energie en argumenten waar mensen gevoelig voor zijn.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Onderhandelen doe je vaker dan je denkt. Met je ouders, met je vrienden, met docenten, met collega’s op je BPV of (bij)baan.


We bekijken het filmpje op de volgende slide.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Goed onderhandelen
  • Je hebt je eigen doel helder. Waarom wil je onderhandelen?
  • Je hebt interesse voor het standpunt van de ander. 
  • Je luistert naar de vragen en ideeën van anderen en vraagt door. 
  • Je buigt bezwaren van de ander in positieve richting om                                  of compenseert ze. 
  • Je gaat op zoek naar win-winoplossingen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Onderhandelingsruimte
  • Het streefpunt is het maximaal haalbare in een onderhandeling.
  • Het weerstandspunt is wat er minimaal moet worden bereikt.
  • De onderhandelingsruimte is de ruimte tussen de streef- en weerstandspunten.
  • Denk voor de onderhandeling na wat jouw streef- en weerstandspunt is (vertel dit nooit aan je gesprekspartner).
  • Stel (open en gesloten) vragen en vat samen wat de ander heeft gezegd en kijk waar de ruimte zit -> compromis sluiten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3 fasen
  • Fase 1: Verkenningsfase (verkennen onderhandelingsruimte en belangen)
  • Fase 2: Discussiefase (over de uitgangspunten en zoeken naar gezamenlijke belangen)
  • Fase 3: Beslissingsfase (aanbiedingen/concessies en definitieve voorstellen, vaak compromis)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Onderhandelingsgesprek
  1. Waar ging de laatste onderhandeling over die je hebt gevoerd?
  2. Met wie voerde je dit gesprek?
  3. Wat was jouw streefpunt?
  4. Wat was jouw weerstandspunt?
  5. Wat was het weerstandspunt van de ander?
  6. Wat was de uitkomst van de onderhandeling? Zijn jullie tot een compromis gekomen, werd het ruzie, of zijn jullie er nog niet uit? Leg uit.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Je onderhandelt vast wel eens. Denk maar aan gesprekken met bijvoorbeeld je ouders over dagelijkse kwesties waarbij je iets gedaan wilt krijgen of over hoe iets opgelost moet worden.

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Praktijk
  1. Lees de situatie
  2. Vorm een tweetal. 
  3. Neem elk een omschrijving (krijg je van de docent). 
    Voorbereiding 3 minuten:
  4. Lees goed door en leef je in. Je mag er dingen bij bedenken.
  5. Noteer zo precies mogelijk je eigen streef- en weerstandspunt en bedenk wat die zouden kunnen zijn van de andere partij.
    Uitvoering 10 minuten:
  6. Voer het onderhandelingsgesprek door de drie fasen zo nauwkeurig mogelijk te doorlopen en probeer aan het eind een oplossing te vinden. 
  7. Leef je goed in en bedenk zo nodig meer argumenten.
timer
10:00
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Situatie:
Je gaat samen met vakantie en je hebt 1000 euro voor een week te besteden aan eten en leuke dingen. De reis en het verblijf zijn al betaald. Jullie kamperen op een camping waar heel veel te doen is en jullie moeten van tevoren afspreken wat jullie gaan doen. 
Activiteiten: waterfietsen (per uur voor 10 euro), parasailing (halve dag 150 euro), jetskiën (per uur te huur voor 35 euro), varen op een catamaran (dagprijs: 100 euro), surfen (hele week halve dag les + vrij surfen voor 200 euro, één dag voor 35 euro), zeilen (hele week week halve dag les +vrij zeilen 250 euro, één dag 45 euro), snorkelen (te huur per uur voor 10 euro), duikcursus met behalen van Padi (400 euro, hele week 's ochtends les + laatste twee dagen 's middags extra duiken), abseilen (100 euro), grotten bezoeken en ondergronds zwemmen (dagexcursie inclusief busvervoer en lunch voor 75 euro), opgravingen bekijken (dagexcursie inclusief busvervoer en lunch voor 75 euro), overlevingswandeltocht met twee nachten slapen (200 euro inclusief vervoer, slapen en eten), dagwandeltocht (40 euro), disco (elke avond, entree 10 euro exclusief drankjes)

Kaarten 
A1: Je bent bang voor water, dus wil je zo min mogelijk met wateractiviteiten
B1: Je bent een echte waterrat, dus wil je zo veel mogelijk verschillende wateractiviteiten doen

A2: Je wil weten waar je aan toe bent en daarom wil je het liefst een grote activiteit voor een hele week
B2: Je houdt erg van afwisseling en daarom wil je zo veel mogelijke kleine activiteiten doen

A3: Je bent op vakantie om rustig aan te doen, maar af en toe een activiteit vind je leuk. Je houdt erg van uiteten gaan dus daar wil je je geld aan besteden.
B3:  Je wil graag veel activiteiten doen en zelf  goedkoop eten bereiden vind je prima. Een keer uiteten is prima, maar het liefst doe je zoveel mogelijk activiteiten, waar de lunch ook bij in zit .


Hoe ging het?
Wat ging goed?
Wat vond je lastig?
Waar ga je de volgende keer op letten?

Geef elkaar feedback zoals je de vorige les geleerd hebt

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Nu Nederlands
Gesprekken
1.2 sociaal-communicatieve vaardigheden
opdrachten 1, 2 en 3

Slide 12 - Slide

This item has no instructions