8.3 De hersenen

8.3 De hersenen
8.3 De hersenen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.3 De hersenen
8.3 De hersenen

Slide 1 - Slide

Maak opdracht 1

Slide 2 - Slide

Maak opdracht 2

Slide 3 - Slide

Maak opdracht 3

Slide 4 - Slide

Maak opdracht 4

Slide 5 - Slide

Maak opdracht 5

Slide 6 - Slide

Maak opdracht 6

Slide 7 - Slide

Maak opdracht 8

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 9

Slide 9 - Slide

Terugblik

Slide 10 - Slide

Rugzijde
Buikzijde
Zenuwknoop
Witte stof
Grijze stof
Bewegingszenuw

Slide 11 - Drag question

In het ruggenmerg bevinden zich
A
Alleen schakelcellen
B
Gevoelszenuwcellen en het cellichaam van de bewegingszenuwcel
C
Schakelcellen en het cellichaam van de bewegingszenuwcel
D
Alleen gevoelszenuwcellen

Slide 12 - Quiz

Op welke afbeelding zie je het centrale zenuwstelsel?
A
B
C

Slide 13 - Quiz

Welke onderdelen van zenuwcellen liggen in de witte stof en welke in de grijze stof?
A
wit: cellichamen grijs: uitlopers
B
wit: cellichamen grijs: cellichamen
C
wit: uitlopers grijs: cellichamen
D
wit: uitlopers grijs: uitlopers

Slide 14 - Quiz

grijze stof (merg)
witte stof (schors)
buikzijde
rugzijde
gemengde zenuw
zenuwknoop
gevoelszenuwcel
bewegingszenuwcel
schakelcel

Slide 15 - Drag question

Zet in de goed volgorde:
...1....worden opgevangen door ....2....., dan ontstaat er ......3......die naar de ......4........worden geleid.
A
1= impulsen 2= zintuigen 3=prikkels 4= hersenen
B
1= prikkels 2= zintuigen 3= impulsen 4 = hersenen
C
1= impulsen 2 = hersenen 3 = prikkels 4= zintuigen
D
1= prikkels 2= hersenen 3= impulsen 4= zintuigen

Slide 16 - Quiz

Nummer 1
Nummer 2
Nummer 3
Nummer 4
Uitloper
Uitloper
Celkern
Cellichaam

Slide 17 - Drag question

ToDo
  • 8.3.1 Je kunt de hersenen indelen in drie delen.
  • 8.3.2 Je kunt de functies van de hersenen beschrijven.

Slide 18 - Slide

Hersenen
Bestaan uit 3 delen: 

  1. Grote hersenen
  2. Hersenstam
  3. Kleine hersenen
1
2
3

Slide 19 - Slide

Grote hersenen
  • Verwerkt impulsen van zintuigen
  • Na verwerking ben je pas bewust van de prikkel
  • De plaats bepaalt de waarneming
  • Hersencentra: de cellichamen van de schakelcellen in groepen bij elkaar. 

Slide 20 - Slide

Grote hersenen
Gevoelscentra verwerkt impulsen afkomstig van gevoelszenuwen. 
Bewegingscentra sturen spieren of klieren aan. 
Verder zorgen hersenen voor logisch redeneren, planning, geheugen , emotie. 

Slide 21 - Slide

Kleine hersenen
  • Coordinatie van bewegingen
  • Evenwicht
  • Sterk geautomatiseerde handelingen
  • Tijdschatting

Slide 22 - Slide

Hersenstam
  • Verlengde van het ruggenmerg
  • Impulsen van de grote naar de kleine hersenen  (en omgekeerd). 
  • Van zenuwen (zintuigen) in hoofd en hals naar grote en kleine hersenen (en omgekeerd).
  • Stuurt belangrijke levensfuncties aan: hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur. 

Slide 23 - Slide

Schors en merg
Schors: cellichamen van schakelcellen. Grijze stof. 
Merg: uitlopers van schakelcellen. Witte stof.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

TADAAA
Kan ik de kenmerken van chromosomen beschrijven?

Ja, makkie
Ja, maar ik moet er wel over nadenken
Nee, ik raak nog erg in de war
Ik snap dit niet goed
Ik snap er helemaal niets van

Slide 27 - Poll

Aan het werk!
Wat? 8.3 De hersenen - opdrachten 1 t/m 10.
Waar? In BvJ online
Klaar? Werk aan je samenvatting1
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 28 - Slide

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
  • Medicijnen, tabak, drugs en alcohol. 
  • Remmen of prikkelen het doorgeven van impulsen. 
  • Remmers: slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, morfine, opioiden
  • Stimulerend: xtc, cocaine, speed. 
  • Kunnen ook zintuig waarneming vervormen (xtc, hasj, wiet).
  • Alcohol verdooft het zenuwstelsel

Slide 29 - Slide

Nog zin in een quizje?

Slide 30 - Slide

De hersenstam stuurt belangrijke levensfuncties aan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

In de grote hersenen
A
Worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
B
Worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
C
Worden bewegingen op elkaar afgestemd
D
Zetten prikkels om in impulsen

Slide 32 - Quiz

De kleine hersenen
A
Zorgen er voor dat je kunt zien
B
Zorgen voor een juiste hartslag en bloeddruk
C
Zorgen voor een juiste coördinatie
D
Zorgen voor de juiste emoties

Slide 33 - Quiz

Schuif de woorden naar de juiste plek
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg

Slide 34 - Drag question

Gevoelszenuwcel
Bewegingszenuwcel
Schakelcel

Slide 35 - Drag question

Gehoorzintuigcellen vangen geluiden op en zetten ze om in impulsen die naar de hersenen worden geleid.
Waar in de hersenen worden deze impulsen verwerkt tot een bewuste waarneming van geluid?

A
In de grote hersenen
B
In de hersenstam
C
In de kleine hersenen

Slide 36 - Quiz

Welke functies heeft de hersenstam niet?
A
Aansturen van hartslag, ademhaling bloeddruk en temperatuur.
B
Bewegingen coördineren.
C
Impulsen geleiden van ruggenmerg naar grote en kleine hersenen.
D
Impulsen geleiden van zenuwen in het hoofd naar grote en kleine hersenen.

Slide 37 - Quiz

Schakelcel
Cellichaam
Uitloper

Slide 38 - Drag question

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 39 - Quiz

Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 40 - Quiz

Aan het (huis) werk. 
Quayn 5.04 De hersenen
Lezen? blz 15 t/m 17
timer
15:00

Slide 41 - Slide